Communiceren over lastige onderwerpen is soms best een uitdaging. Over verjaardagen, Robbert Dijkgraaf en zwagers.

Plenaire zaal Tweede Kamer

Plenaire zaal Tweede Kamer

Beeld: Husky - Eigen werk, CC BY 4.0

Het overkomt elke (bio)chemicus wel eens: op verjaardagen en partijtjes loop je tegen de vraag aan wat je nou eigenlijk doet in het dagelijks leven. Elke beroepsgroep heeft daar in meer of mindere duidelijke mate een antwoord op. ‘Ik schilder muren, deuren en kozijnen’, zegt de een. ‘Ik ben belastingadviseur’, zegt een ander, en wordt direct met een ietwat wantrouwende blik aangekeken.

Dan ben ik aan de beurt. ‘Ik ben scheikundige, en in mijn laatste onderzoek heb ik gekeken naar fluorescente nanodiamanten die we hebben geëncapsuleerd in cowpea chlorotic mottle virus-eiwitten voor intracellulaire 3D-trajectory analyses.’ Glazige blikken en een ongemakkelijke stilte volgen. Tja, communiceren over lastige onderwerpen is soms best een uitdaging.

Maar in 2010 kreeg ik voor mijn onderzoek de KNCV Gouden Medaille uit handen van actrice Victoria Koblenko tijdens een samenkomst van bestuurlijk en chemisch Nederland in de Trêveszaal op het Binnenhof in Den Haag. Het was een bijzondere middag, sowieso voor mij persoonlijk: minister Maxime Verhagen kondigde met gepaste trots aan dat de chemie zijn eigen topsector zou krijgen.

‘Helder en boeiend de essentie van moleculen en de chemie uit weten te leggen, is echt (een) kunst’

Een klein, maar bont gezelschap was aanwezig. Behalve mijn naaste familie, waren er politici, ambtenaren, pers en natuurlijk een handjevol chemici. Er was één natuurkundige: Robbert Dijkgraaf. Hij gaf in zijn rol als president van de KNAW een korte presentatie over het belang van de chemie, getiteld ‘Moleculen zijn Overal’. Ik was diep onder de indruk! Zo helder en boeiend de essentie van moleculen en de chemie uit weten te leggen, is echt (een) kunst. Sindsdien heeft mijn zwager nooit meer hoeven vragen waar ik op de universiteit nu les over geef.

Nu heeft Robbert Dijkgraaf een nieuwe baan. Eerlijk gezegd was het een aangename verrassing dat het nieuwe Nederlandse kabinet, Rutte IV, niet uit louter beroepspolitici bestaat. Het is naar mijn mening ook schrijnend dat er in Den Haag zo weinig politici met een technische of bèta-achtergrond zijn. In onze buurlanden hebben we met bijvoorbeeld Thatcher en Merkel aardig succesvolle voorbeelden gezien.

Nu verwacht ik niet dat Dijkgraaf het over functionele virusdeeltjes zal hebben, of de ins en outs van snaartheorie zal voorleggen aan de Kamerleden. Een frisse wind in de bestuurscultuur en wat nieuw elan zou al erg prettig zijn, maar in het nieuwe beleid verwacht ik in ieder geval wél een heldere en boeiende uitleg. Hopelijk geeft dat bij heel veel andere zwagers ook wat meer duidelijkheid.