Biohackers willen ruimere regels om genetische modificatie ook in te zetten buiten de wetenschap en gevestigde biotechindustrie. Moleculair biologen pleiten voor een veilig kader.

Online kan iedereen informatie verzamelen over genetische technieken en benodigdheden aanschaffen, vooral populair onder de doe-het-zelf biologen en biohackers. Maar wie op dit moment in Nederland organismen genetisch wil modificeren, heeft toestemming nodig van de Rijksoverheid. Het gewijzigde Besluit ggo, dat in 2015 in werking trad, vereenvoudigde wel de aanvraagprocedure voor experimenten in de meest veilige categorie. Dat betekent dat bijvoorbeeld een eenvoudige plasmide-transformatie van een veilige E. coli nu mag als practicum op de middelbare school. Cécile van der Vlugt, risicobeoordelaar ggo bij het RIVM, ziet hiervoor slechts beperkt animo. ’Direct na de wijziging in het Besluit was er een piekje van zo’n 10 scholen die een aanvraag deed. Nu ligt het aantal weer dicht bij nul.’

Open Wetlab

Ook het Open Wetlab van de Waag Society in Amsterdam heeft sinds vorig jaar een vergunning voor genetische modificatie in de meest veilige categorie. Hier kunnen de biohackers en andere geïnteresseerden kennismaken met genetische modificatie. ‘Wij vinden de potentiële impact van biotechnologie te belangrijk om alleen aan wetenschappers en de industrie over te laten’, aldus programmamanager Pieter van Boheemen van de Waag Society. ’Door het zelf te doen kunnen meer mensen de technologie inzetten voor doeleinden die zij zelf belangrijk vinden en die niet noodzakelijkerwijs hoeven te leiden tot winst of reductionistische kennisvergaring. De beschikbaarheid van doe-het-zelf-methoden stimuleert samenwerking en voorkomt het ontstaan van exclusiviteit door privatisering, patenten en contracten.’

Volgens van Boheemen zit de huidige regelgeving die ontwikkeling in de weg. ‘De vergunningsplicht op bewezen veilige inserts, vectoren, gastheercellen en hun combinaties, moet opgeheven worden. Ook voor experimenten buiten die categorie moet de aanvraagprocedure sneller, eenvoudiger en toegankelijker.’

Hoogleraar moleculair geneticus Jan Kok bij het Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute uit zich juist bezorgd over de door biohackers gewenste grotere vrijheid. ‘Onze studenten beginnen pas met genetische technieken na een cursus veilige microbiologische technieken. Je kunt twisten over de zwaarte van de regels rond genetisch gemodificeerde organismen. Maar dat er spelregels zijn waar iedereen zich aan moet houden, vind ik als biotechnoloog heel belangrijk. Uiteindelijk gaat het toch om ingrepen in het leven.’

 

Met ggo’s knutselen moet buiten de wetenschap kunnen

Thuis in de schuur

Dat de technologie zich buiten de wetenschap verspreidt, is voor Klaas Mulder, docent moleculaire ontwikkelingsbiologie aan het Radboud Institute for Molecular Life Sciences, een gegeven. Hoewel de overheid dat enigszins moet reguleren, vindt Mulder dat vooral professionals meer betrokken moeten zijn bij het onderwijzen van het brede publiek. ‘Aan bepaalde uitvoeringen van genetische modificatie kleven ethische bezwaren. Laten wij als getrainde professionals mensen die thuis in hun schuurtje met genetische modificatie aan de gang gaan helpen zich daar bewust van te zijn. Net als van de technische beperkingen. Dat is belangrijk, want we kunnen nog lang niet alles wat we zouden willen. In dat opzicht vind ik het jammer dat niet veel meer mensen in deze technologie geïnteresseerd zijn.’ Volgens Mulder kun je met voldoende talent ook zonder uitgebreide training heel interessante dingen doen en ontdekken met deze technologie. Serieuze interesse door biohackers juicht hij dan ook toe.