DSM toont wederom zijn wendbaarheid, neemt afscheid van plastic en omarmt duurzame oplossingen voor voeding en gezondheid nog sterker.

Het waren drukke weken voor DSM. Eerst was er gedoe over de locatie van het hoofdkantoor, toen kwam er het nieuws dat het bedrijf zich opsplitst. Tussendoor was er nog lichter, positief nieuws over een samenwerking met kweekvlees-start-up Meatable en de aankondiging dat DSM’s ‘methaanremmer’ Bovaer toegelaten is tot de markt. Eerder bleek al dat het veevoer-additief de methaanuitstoot van koeien met 27-40% terugdringt.

Dat positieve nieuws was wel even nodig, want DSM schoot zichzelf daarvoor behoorlijk in de voet met de hoofdkantoor-soap. Het bedrijf liet bij de lokale Limburgse overheden vallen dat het overwoog over te stappen naar Amsterdam, Basel of Maastricht. De provincie en de stad Maastricht meenden samen € 3,5 miljoen gemeenschapsgeld te moeten doneren aan DSM – omzet: € 8,1 miljard, winst: € 508 miljoen (2020) – om ze over te halen toch in elk geval voor Limburg te blijven kiezen. DSM zag nog net op tijd dat de rel meer schade berokkende dan een voorgenomen verhuizing aan winst opleverde en zag af van de bijdrage. De verhuizing blijft beperkt tot zo’n 25 km verderop naar Maastricht en daarmee blijft het leed voor het economisch worstelende Limburg beperkt – al zijn ze daar in Heerlen maar matig blij mee.

Het meest recente en veel interessantere nieuws was dat van de opsplitsing van DSM, waarmee het bedrijf kiest voor de zoveelste koerswijziging in het bestaan. De tak die zich bezighoudt met hoogwaardige kunststoffen – goed voor 20% van de omzet – gaat in de etalage en moet zo’n € 4,8 miljard opbrengen. Analisten verwachten dat DSM het geld gebruikt om de positie in de voedingssector te versterken.

Wij zijn geen verlengstuk of spreekbuis voor de chemische industrie, dus ik kan het hier zonder bijbedoelingen stellen: ik heb best een beetje bewondering voor DSM. Het bedrijf heeft de afgelopen decennia meermaals aangetoond een fijn gevoel voor de tijdgeest te hebben en op tijd mee te bewegen met de markt. Van het staatsbedrijf dat vanaf 1902 de Nederlandse steenkoolreserves exploiteerde veranderde het in een bulkchemieconcern, om zich later toe te leggen op fijnchemie. Met het afstoten van de kunststoffentak blijft er een bedrijf over dat vooral actief is in duurzame voeding en gezondheid, waarmee het opnieuw aansluit bij de tijdgeest. ING-analist Reg Watson stelt in NRC dat de verkoop van de materialentak past binnen de door Feike Sijbesma, de vorige topman, ingezette duurzame missie van DSM. ‘Het wordt steeds moeilijker om uit te leggen hoe plastic past in die duurzame missie.’

Rode draad in de geschiedenis van DSM is innovatie, wat een bewezen bepalende factor is in de wendbaarheid van een bedrijf en prachtig aansluit bij de zo gewenste Nederlandse focus op een hoogwaardige kenniseconomie. DSM is een stamgast in de bovenste regionen van de jaarlijkse R&D Top 30 van TW: in de lijst van dit jaar (cijfers van 2020) bezet het plek vijf, met € 217 miljoen aan R&D-uitgaven in Nederland (€ 438 miljoen wereldwijd) en 260 octrooiaanvragen.

Ik ben benieuwd hoe DSM er over vijftig jaar uitziet.