Het weer en de beperkingen zijn flink verbeterd de afgelopen tijd. Binnenkort ziet Jeroen Cornelissen zich weer in de Universitent staan.

De lente is begonnen! Terwijl ik deze column schrijf is het buiten heerlijk weer, het lijkt erop dat we vandaag voor het eerst in 2022 de 20°C aantikken. Zo komt er niet alleen een einde aan de winter. Er lijkt (voorlopig) ook een einde te komen aan de lange periode van beperkingen vanwege COVID-19. Alhoewel ik mezelf had voorgenomen niet meer over dat vermaledijde virus te schrijven, kunnen we er ook niet omheen; het normale leven komt weer op gang. Dat betekent ook dat het festivalseizoen weer kan beginnen. Iets eerder dan normaal, want er is natuurlijk het een en ander in te halen.

‘Toegegeven, de eerste keer was ik wel een beetje sceptisch’

Eerlijk is eerlijk, ik houd er wel van. Met een biertje in de hand, ontspannen genieten van een gezellige sfeer en een (stevig) muziekje op de achter- of voorgrond. Eén van de hoogtepunten daarbij is voor mij wel de Zwarte Cross in Lichtenvoorde. Niet alleen vanwege de sfeer, de entourage en de muziek, maar vooral ook vanwege de Universitent. Een podium waar we “Drie dagen genieten van de meest gepassioneerde wetenschappers die hier de coolste colleges in begrijpelijke mensentaal geven. Hier spatten de vonken vanaf!”, aldus de website van de Zwarte Cross. Al een behoorlijk aantal jaren mag ik hier, samen met collega’s van de Universiteit Twente, een bijdrage leveren en dat is bijzonder leuk om te doen.

Toegegeven, de eerste keer was ik wel een beetje sceptisch. Het begon in een klein tentje, maar bij de laatste paar edities werd op een prominente plek op de theaterweide een heuse collegezaal nagebouwd. Waar een paar honderd studenten de voordrachten kunnen volgen, en dat zijn er stukken meer dan normaal gesproken bij mij in de collegezaal. Maar hoe werkt dat dan? Het lijkt erop dat ook het doorsnee festivalpubliek een brede interesse heeft en, bij een aansprekende aankondiging en heldere uitleg, best een kwartiertje college kan ondergaan.

Dat uitleggen is extreem belangrijk – niet alleen voor je familie, zie mijn vorige column – maar in het algemeen om de kloof tussen wetenschap en samenleving zo klein mogelijk te houden. Hoe bedroevend is het om te merken dat (sociale) media én de politiek een wetenschappelijk goed onderbouwd betoog, makkelijk wegzetten als ‘zomaar een mening’. Daarbij moeten wetenschappers de hand ook in eigen boezem steken en de spreekwoordelijke ivoren toren verlaten om, op een voor het brede publiek begrijpelijke manier, over hun onderzoek te vertellen. Ook binnen de KNCV besteden we hier aandacht aan, via de Chemie & Maatschappij groep, de reeks Eye-openers en de tweejaarlijkse uitreiking van de Van Marumpenning – nominaties voor de 2022 toekenning zijn nog welkom.

Alleen via heldere communicatie krijgt de (chemische) wetenschap het vertrouwen van het publiek én weten we bierdrinkende festivalgangers een kwartiertje te boeien.