De overheid leert het nooit. Dat is de kortst mogelijke samenvatting van een onderzoek dat de topsectoren in historisch perspectief zet, in opdracht van het Rathenau Instituut.

Emeritus hoogleraar techniekgeschiedenis Harry Lintsen en promovendus Evert-Jan Velzing schreven hun analyse in het kader van een veel groter onderzoek naar de coördinatie van onderzoek. Ze concluderen dat de overheid sinds 1945 hele reeksen organisaties en regieorganen heeft opgericht die de contacten tussen wetenschap en bedrijfsleven moesten bevorderen.

Dat het nooit echt wat werd, komt volgens de auteurs onder meer doordat er te véél van dergelijke clubs actief zijn en er gebrek is aan continuïteit.

“De slagkracht van een coördinerend orgaan hangt samen met haar toekomstperspectief: als alle partijen haar beschouwen als een eendagsvlieg zal ze weinig substantiële veranderingen teweeg kunnen brengen”, aldus Lintsen en Velzing.

En ze klagen: “De afgelopen decennia is er een opeenstapeling van regelingen geweest. (Hier)door is een complex systeem ontstaan, met vele tijdelijke organisaties met overlappende taken en soms interfererende activiteiten. Dit leidt tot hoge transactiekosten, beperkte stuurbaarheid en verwarring bij de betrokkenen.”

Ze pleiten dan ook voor een een stabieler systeem en een eenvoudiger instrumentarium. Maar ja: “Het leervermogen van de overheid schiet ernstig te kort. Hoewel ze actief hebben gezocht, vonden de auteurs geen aanwijzingen dat nieuwe beleidsinstrumenten voortbouwen op de ervaringen met eerder beleid.”

Klik hier voor het volledige rapport. Van harte aanbevolen, behalve als u bij de overheid werkt en een zwak hart hebt.

bron: Rathenau Instituut

Onderwerpen