In opdracht van de Europese chemiekoepel Cefic gaat TNO onderzoeken of de toxiciteit van chemicaliën zich ook zonder dierproeven laat voorspellen. Het zojuist gestarte project moet in 2013 bruikbare resultaten opleveren, zo laat het onderzoeksinstituut weten.

De Cefic heeft het onderzoek besteld in het kader van de Europese stoffenrichtlijn REACH. Die eist dat de komende jaren de risico’s worden getest van alle chemicaliën die op redelijk grote schaal binnen de chemische industrie worden geproduceerd en/of verbruikt. Dat betekent een enorme inhaalslag, omdat tienduizenden stoffen in gebruik zijn die in het verleden nooit serieus zijn getest. En met de huidige testmethoden dreigt dat veel te veel proefdieren te gaan kosten.

Het door TNO te onderzoeken alternatief is gebaseerd op toxicogenomics. Stel celkweekjes in vitro bloot aan een stof, en kijk wat dat doet met de expressie van de aanwezige genen. Doe dat met kweekjes van cellen uit alle organen waar je voor de hand liggende problemen mee ziet aankomen, zoals de lever, de nieren en de longen. Uit de verhouding tussen de mate van blootstelling en de heftigheid waarmee de genen reageren, volgt een ‘toxiciteitpotentie’, die je weer kunt lezen als een mate van giftigheid voor het desbetreffende orgaan.

Het is niet meer dan een eerste indicatie. Is de gevonden potentie hoger dan een bepaalde drempelwaarde, dan zul je waarschijnlijk toch weer dierproeven moeten gaan doen om na te gaan wat er precies aan de hand is. Maar in de meeste gevallen vind je waarschijnlijk niets verontrustends, en kun je de dierproevenfase dus overslaan.

Uiteraard zullen in het begin nog wél dierproeven nodig zijn om te kijken of de celkweekjes echt hetzelfde reageren als een orgaan in een levend dier.

Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met het Fraunhofer-Institut für Toxikologie und Experimentelle Medizin in Hannover en University College Dublin.

bron: TNO

Onderwerpen