Lokaal en kleinschalig organisch afval vergisten en energie opwekken, is het ideaal van ondernemer Philip Troost. Met Stadsgas en Groencollect wil hij flexibel inzetten op deze veelzijdige markt.

Tijdens een afstudeerproject bij Econcern in 2008 ontdekte industrieel ontwerper Philip Troost de wondere wereld van biovergisting. ‘Het project waaraan ik werkte richtte zich op Cambodja. We wilden compacte systemen ontwikkelen die uit mest van een paar stuks vee 300 l gas per dag maken. Het was bedoeld voor onherbergzame plekken en het had een paar slimme ontwerptrucs, omdat de productie lokaal en gebruiksvriendelijk moest zijn.’

Zo leerde Troost alles over kleinschalige vergisting van afval, van procestechnologie tot de methaanvormende bacteriën. Maar vlak na zijn studie brak de crisis uit. Troost zocht een baan in de ICT en werd systeembeheerder. ‘In 2014 besloot ik dat ik toch echt wat met mijn opleiding wilde doen en koos ik ervoor de duurzame energiekant op te gaan. Toen ben ik begonnen met Stadsgas, om lokaal bedrijfsafval om te zetten in biogas, en daar een rendabele technologie van te maken.’

Aanpasbaar

Stadsgas wil lokaal kleine biovergisters plaatsen, groot genoeg om vijftien huizen energie te leveren of een middelgroot kantoor van warm water te voorzien. De vergistingstechnologie is niet revolutionair: mest en ander afval vergisten gebeurt al in Nederland. Het formaat en de herkomst van afval verschilt wel: ‘Het idee is om veel kleine, decentrale systemen neer te zetten, en dan in een straal van 20 km afval in te zamelen. Zo’n installatie kan enkele honderden kilo’s tot maximaal 3.000 kg organisch afval per dag verwerken. Daarvan wil ik er de komende drie jaar minstens tien neerzetten in de regio rond Rotterdam.’

Afval van bijvoorbeeld restaurants en voedselverwerkers hakt de installatie eerst klein en maakt het zo vloeibaar dat het verpompbaar wordt. Dan belandt het in een luchtdicht vat, waar microben de brij grotendeels verteren tot methaan en koolstofdioxide. Rest­gassen zoals zwavelwaterstof gaan er via een behandelunit uit. Wat er na de vergisting overblijft in de tank is een celluloserijk materiaal, dat de papierindustrie volgens Troost goed kan gebruiken.

Het gas dat de installatie oplevert kunnen ze, afhankelijk van wat de klant wil, doorsturen naar een verbrandingsinstallatie of een brandstofcel. ‘Een klant wil er zelfs mee gaan koken, terwijl een andere juist energie wil om te koelen’, zegt Troost. ‘Het kan allebei, door de apparatuur rond de vergister aan te passen.’

 

Een biogas-systeem is slechts een klein onderdeel in een complex proces

Projectontwikkelaar

Wat de precieze impact van de vergistingstechnologie is, laat zich niet eenvoudig in getallen uitdrukken, aldus Troost. ‘Je moet het meer zien als een efficiënte manier om lokaal afval te verwerken en afvalstoffen te gebruiken die nu niet benut worden. Dat is belangrijker dan heel grote hoeveelheden gas maken of energie opwekken.’

Stadsgas heeft nog geen vergister operationeel. Troost is sinds februari 2017 wel samen met compagnon Dilip de Gruijter met dochterbedrijf GroenCollect organisch afval aan het inzamelen in de regio Rotterdam. Een deel daarvan gaat naar industriële vergisters, maar eigenlijk is een deel van die stroom daar te goed voor, stelt Troost. ‘We merken dat je het afval dat we ophalen ook anders kunt gebruiken. Van horeca-afval kun je goed biogas maken. Maar we hebben ook bostel van bierbrouwerijen. Daar kun je vliegen op kweken, en die vraag hebben we al gehad. We zamelen ook broodafval in, daar kun je ethanol van maken. Wat begon als logistiek inzamelen voor de vergister is nu aan het uitlopen op grondstoffen leveren voor de biobased economie.’

Fruitleather

Een opmerkelijke klant van GroenCollect is het bedrijfje Fruitleather, dat plantaardig leer maakt uit fruitafval, zoals overrijpe mango’s. Rotterdam is een van de grootste fruithavens; daar keuren importeurs regelmatig tonnen fruit af. Troost: ‘Fruitleather wil binnenkort de markt op met schoenen van fruitleer. Ik zie dat als de toekomst: organisch afval leveren als grondstof voor de maakindustrie. We werken nauw samen met hogescholen die daar onderzoek naar doen. Zo zie je welke innovaties eraan zitten te komen.’

De eerste twee jaar werkte Troost met Stadsgas Rotterdam vooral aan de ontwikkeling van een eigen, compacte biogasinstallatie, tot hij ontdekte dat er al een ander passend systeem bestond. Het bedrijf The Waste Transformers heeft een biovergister op zeecontainerformaat. Het eerste, en tot nu toe enige exemplaar in Nederland, staat bij de Amsterdamse Westergasfabriek en verwerkt horeca-afval van het hele eve­nemententerrein.

Veertig locaties

Troost ziet zich op dit moment vooral als projectontwikkelaar, die voor klanten haalbaarheidsonderzoek doet. Want, heeft hij gemerkt, een biogas-systeem plaatsen is slechts een klein onderdeel in een complex proces. Er gaat veel tijd zitten in afvalstromen in kaart brengen, juiste locaties vinden, gemeentelijke vergunningen en financiering aanvragen.

Bovendien wil niet elk bedrijf een eigen biovergister bezitten. Troost: ‘De een wil de vergister zelf uitbaten, anderen willen het systeem leasen en alleen de warmte of energie afnemen. Voor al die vormen kunnen wij de logistiek en financiering organiseren. We hebben nu veertig locaties op het oog, in de regio tussen Dordrecht en Den Haag. Twee locaties zijn al door de haalbaarheidsfase heen, die gaan richting de uitvoering. Het neerzetten van de eerste installaties gebeurt ergens dit jaar.’

Betere wetgeving

Troost is optimistisch over de ontwikkeling van Stadsgas en Groencollect, ondanks dat hij zijn planning heeft moeten bijstellen. ‘Ik blijf me verbazen. Ik zit met drie milieudiensten om tafel van verschillende regio’s, elk met eigen eisen en regels. Waar we vooral tegenaan lopen is een gebrek aan regelgeving. Milieudiensten hebben alleen ervaring met grote industriële vergisters, ze weten niet hoe ze ons kleine systeem moeten beoordelen. We zijn zelfs aan het lobbyen voor betere wetgeving, want voor dit soort systemen bestaat dat eigenlijk nog niet.’