Deense onderzoekers hebben een oligomeer bedacht dat alleen uiteenvalt bij contact met TNT en andere explosieven. Zo kun je die redelijk nauwkeurig detecteren, beschrijven zij in Chemistry – A European Journal.

De groep van oud-militair Steffen Bähring gebruikt hiervoor twee complexe moleculen, tetrathiafulvaleen gebonden aan calix[4]pyrrool, samen “TTF-C[4]P”, en bis-2,5,7,-trinitrodicyanomethyleenfluoreen-4-carboxylaat, kortweg TNDCF. Deze mengt hij in een organisch oplosmiddel als chloroform of methylcyclohexaan vormen er zich korte oligomeren. Deze oligomeren vormen samen weer grotere aggregaten. Opmerkelijk is dat de binding van zowel TTF-C[4]P met TNDCF en de aggregaten onderling gebaseerd is op waterstofbindingen en geen covalente binding.

De oligomeren zijn gevoelig voor nitro-aromaten, zoals 1,3,5-trinitrobenzeen “TNB”, en anionische stoffen zoals chloorionen. Beide soorten stoffen verstoren de ruimtelijke structuur van het supramoleculaire oligomeer zodat dit uit elkaar valt. Dit doordat het ringvormige TTF-C[4]P complexen vormt met deze stoffen.

Bij deze structuurverandering laat een TNDCF molecuul los van het TTF-C[4]P in het oligomeer. In tegenstelling tot het oligomeer, is het losse TNDCF molecuul wel fluorescentie actief met emissie van licht rond de 502 nanometer. Zo ontstaat er een “detector” die alleen groen oplicht bij aanwezigheid van de explosieve stof. Volgens Bähring valt naast TNB ook het welbekende 2,4,6-trinitrotolueen “TNT” te detecteren.

Oudere chemische methoden om explosieven te detecteren zijn onbetrouwbaar omdat ze niet alleen door nitro-aromaten worden geactiveerd zoals zouten. Het nieuwe Deense oligomeer is dus een stuk specifieker, al blijft er hier ook een gevoeligheid voor onschuldige zouten verklaart Bähring.

Bron: University of Southern Denmark