In Nederland circuleert al twintig jaar een variant van het hiv-1 subtype-B rond die besmettelijker en virulenter is dan tot nu toe bekende varianten, staat in Science.

HIV-virus komt uit T-cel

Beeld: Wikipedia

Hiv-deeltjes (groene bolletjes) kruipen uit een geïnfecteerde T-cel

Hiv is een virus dat zonder behandeling leidt tot aids, ofwel verworven immuundeficiëntiesyndroom, en onder andere zorgt voor een grote afname van CD4+ T-cellen door deze en andere immuuncellen te infecteren. Een internationale onderzoeksgroep met instituten uit negen landen, waaronder Stichting HIV Monitoring, de Universiteit van Amsterdam en University of Oxford, laat zien dat een nieuwe variant al zo’n twintig jaar de ronde doet in Nederland.

De onderzoekers ontdekten de nieuwe variant door het BEEHIVE-project, een project waarbij geïnfecteerde individuen zijn aangesloten van wie relatief zeker is wanneer ze een infectie hebben opgelopen (6 tot 24 maanden na een positieve test). In eerste instantie vonden ze zeventien individuen met de nieuwe variant, waarvan vijftien uit Nederland, één uit België en één uit Zwitserland.

Om een beter beeld te krijgen analyseerden ze data van 6.706 deelnemers in de Nederlandse ATHENA-cohort. Ze vonden in totaal 109 mensen met de zogenoemde VB variant (naar ‘virulent subtype-B’).

De hoofdvondsten uit de studies zijn dat deze nieuwe hiv-1 subtype B zorgt voor een hogere virulentie en een hogere viral load: ongeveer 3,5 keer zoveel virale deeltjes per milliliter bloed. Ook ging de afname van CD4+ cellen sneller omlaag wanneer de mensen met de VB variant geen behandeling kregen.

Gelukkig is de nieuwe variant wel even goed te bestrijden als de normale variant en is er geen groot verschil in overlevingskansen bij behandeling. Verder rapporteerden de onderzoekers dat 82% van de ‘VB-individuen’ mannen waren die seks hadden met mannen (tegenover 76% bij de normale variant).

De mutaties van de VB-variant lijken de novo te zijn ontstaan, dus niet door recombinatie. De onderzoekers vonden mutaties in 250 aminozuren en 509 nucleotiden, naast inserties en deleties. Omdat de mutaties verspreid zijn over het virusgenoom, is het niet echt vast te stellen waarom deze variant gevaarlijker is dan eerdere varianten. Ze concluderen in ieder geval dat een vroege behandeling van hiv – naast preventie van overdracht – het beste is om het ontstaan van nog meer en potentieel gevaarlijkere hiv-varianten te voorkomen.

Wymant, C. et al (2022) Science 375(6580), DOI: 10.1126/science.abk1688