In China is een sensor uitgevonden die aan je adem afleest of je griep hebt, of last hebt van een ander virus. En wel binnen een paar minuten, melden ze in het tijdschrift Nano Letters.

Tot nu toe moet je daarvoor genetisch materiaal uit het virus analyseren. Met ‘reverse transcription quantitative polymerase chain reaction’ (RT-qPCR) kan dat heel betrouwbaar, maar het kost wel een paar uur. Meestal gaan artsen dan ook liever af op zichtbare symptomen, en de kans dat ze er met hun diagnose helemaal naast zitten is dan tamelijk groot.

De Chinese sensor werkt met antilichamen tegen het influenzavirus, die worden geïmmobiliseerd op silicium-nanodraadjes. Zodra die antilichamen het virus binden, verandert de elektrische geleiding van de draadjes. Zoiets is eenvoudig te meten.

Om de adem te bemonsteren, laat je de patiënt ademen op een sterk afgekoelde, hydrofobe film. Na een of twee minuten heb je zo 100 microliter ademcondensaat bij elkaar, dat je via een microkanaaltje over de sensor kan laten lopen. Die blijkt 29 virusdeeltjes per microliter al te kunnen detecteren.

Bij de eerste proeven gaf deze methode in 90 procent van de gevallen dezelfde uitslag als RT-qPCR, en volgens de Chinezen is het nog maar de vraag welke van de twee methoden er in de overige 10 procent van de gevallen naast zat.

Nadeel is wel dat je voor elke stam van het influenzavirus een ander antilichaam moet inbouwen. Tot nu toe hebben de Chinezen het met H3N2 en H1N1 geprobeerd. Ze zien er echter ook een voordeel in: in principe kun je op deze manier immers een sensor bouwen die verschillende griepvarianten uit elkaar houdt.

bron: C&EN

Onderwerpen