Paramycine.

Afvalwater uit de verfstoffenbranche is een prima grondstof voor een medicijn tegen tuberculose. Dat melden onderzoekers van Tianjin University (China) in het tijdschrift Environmental Science and Technology.

Het betreft water dat overblijft bij de productie van 4,4’-dinitrostilbeen-2,2’-disulfonzuur (DNS), een diazoverbinding die veel wordt gebruikt als grondstof voor verfstoffen en optische witmakers in wasmiddelen. Bij de synthese ontstaat een cocktail van aromatische sulfonzuren (bijvoorbeeld p-nitrotolueen-o-sulfonzuur) die heel slecht biologisch afbreekbaar zijn.

 

Al die sulfonzuren zijn opgebouwd rond dezelfde chemische kern, en Wenchao Peng, Xiaobin Fan en collega’s hebben nu een proces bedacht dat die kern omzet in 4-amino-2-hydroxybenzoëzuur, ook bekend als 4-aminosalicylzuur of paramycine. Dat gaat in drie stappen: oxidatie met NaClO, dan reductie met ijzerpoeder en tot slot een behandeling met natronloog.

 

Geclaimd wordt dat meer dan 85 procent van de sulfonzuren zo kan worden omgezet.

 

Paramycine is een ingrediënt van medicinale ‘cocktails’ tegen resistente vormen van tuberculose. Volgens Chemical & Engineering News produceren farmabedrijven er jaarlijks 500 ton van. Buiten de farma worden er onder meer polymeren en pesticiden van gemaakt, en dan moet je denken aan een jaarproductie van meer dan een miljoen ton.

 

De onderzoekers hebben berekend dat het proces netto 77 dollar per kubieke meter afvalwater kan opleveren, terwijl er nu nog 4 dollar per kuub bij moet om het te zuiveren. Huayu Chemical, een grote Chinese DNS-producent, is het al in een pilotplant aan het uitproberen.

 

bron: C&EN

Onderwerpen