Mieren eten vrije radicalen om van schimmelinfecties af te komen. Het is ongezond maar minder erg dan de kwaal, suggereren onderzoekers van de uiniversiteit van Helsinki in het tijdschift Evolution.

Volgens Nick Bos, Dalial Freitak en collega’s van het Antzz-team hebben die mieren zo 20% meer kans om een infectie met Beauveria bassiana te overleven.

Om precies te zijn gaat het om reactieve zuurstof die ze innemen in de vorm van H2O2. Dat kan bijvoorbeeld door dode dieren of honing te eten. Ook het melken van bladluizen zou kunnen helpen omdat planten die luizen bestoken met H2O2 als afweermiddel. Welk mechanisme de voorkeur geniet moet nog worden onderzocht, maar het betekent in elk geval dat mieren in principe kunnen kiezen hoeveel ze binnenkrijgen.

De onderzoekers brachten eerst de overlevingskans in kaart door grauwzwarte mieren (Formica fusca) óf gewone honing te voeren óf honing waaraan ze 4% H2O2 uit een potje hadden toegevoegd, en vervolgens van beide groepen een deel te besmetten met B. bassiana. Resultaat: voor gezonde mieren is die extra H2O2 slecht nieuws, maar voor geïnfecteerde mieren werkt het als geneesmiddel.

Bij vervolgexperimenten lieten ze de mieren zelf kiezen tussen gewoon en met H2O2 verrijkt voer, opgediend in epjes. Dan blijkt dat ze dat verrijkte voer normaal gesproken mijden, en dat het daarbij uitmaakt hoe veel H2O2 je extra toevoegt. Maar zodra de mieren in contact zijn geweest met de schimmel (en dus nog niet eens daadwerkelijk ziek zijn) gaan ze preventief méér H2O2 eten. Chemische analyse leert dat het twee dagen duurt eer de inwendige H2O2-concentratie begint op te lopen, dus ze moeten er op tijd bij zijn.

Hoe die mieren a) de schimmel en b) de H2O2 in hun voer kunnen detecteren, is overigens nog volslagen onduidelijk.

bron: University of Helsinki