Een verstoorde verhouding van witte bloedcellen in het bloed is vast te stellen aan de hand van hun DNA-methyleringsprofiel. Hierbij hoeven cellen niet meer intact te zijn om ze te tellen. Dat schrijft een groep onderzoekers verbonden aan vier Amerikaanse universiteiten in Genome Biology.

Witte bloedcellen onderscheiden zich onder andere van elkaar door verschillen in eiwitexpressie. Daaraan ten grondslag liggen verschillen in de methylering van het DNA (een proces waarbij een methylgroep aan het DNA-molecuul wordt gekoppeld en de structuur daarvan verandert). Hierdoor heeft ieder celtype zijn eigen ‘handtekening’.

Bij sommige aandoeningen aan het immuunsysteem is de verhouding tussen verschillende typen witte bloedcellen verstoord. De wetenschappers gebruikten DNA-microarrays om te bepalen of de handtekening van de diverse witte bloedcellen een goed beeld gaf van de aantallen van ieder type cel.

Hun resultaten laten zien dat de analyse met DNA-methyleringsprofielen vergelijkbaar is met bestaande methoden die gebruik maken van verschillen in eiwitexpressie.

Het voordeel van de nieuwe methode is dat verse bloedmonsters niet nodig zijn. Het DNA-methyleringsprofiel kan daarom ook gebruikt worden voor de analyse van eerder opgeslagen bloedmonsters, zoals die vaak verzameld worden in grote epidemiologische studies.

De onderzoekers denken dat in de toekomst ook de methyleringsprofielen van andere cellijnen gebruikt kunnen worden om de samenstelling van mengsels van cellen, zoals in het bloed, te onderzoeken.

Bron: Genome Biology

Onderwerpen