Marc Timmers verwacht dat zijn onderzoek in Duitsland beter tot zijn recht komt.

‘Als ik aan Nederlandse collega’s vertel wat ik in Duits­land allemaal krijg, dan zeggen ze halverwege: hou op, ik wil dit niet meer horen’, grinnikt Marc Timmers (55). Sinds 1992 is hij verbonden aan het UMC Utrecht, waar hij in 2001 werd benoemd tot hoogleraar epigenetica en genregulatie. Maar onlangs liet hij vrienden en collega’s weten dat hij verhuist naar de Albert-Ludwigs-universiteit in Freiburg, helemaal linksonder in Duitsland, waar hij 1 juli begint als hoogleraar medische epigenetica. Hij neemt twee groepsleden uit Utrecht mee, en hoopt zijn nieuwe groep uit te bouwen tot tien à vijftien mensen.

Over de grens

‘Ik ben zeer verguld dat ik daar werkzaam mag zijn’, zegt Timmers. Hij specialiseert zich al jaren in de transcriptie van DNA door RNA-polymerase II. De laatste jaren is zijn aandacht verschoven naar epigenetische aspecten, en in het bijzonder de rol van de methylering van histoneiwitten waaromheen het DNA zit opgerold. En Freiburg behoort volgens hem tot de epigenetische hotspots van Europa. De medische faculteit heeft er behoorlijk in geïnvesteerd, ook bij scheikunde hebben ze een vakgroep chemische epigenetica, en bovendien is het Max-Planck-Institut für Immunbiologie und Epigenetik er gevestigd.

Klinisch

En het houdt niet op bij de grenzen van het stadje. Timmers’ nieuwe leerstoel ontvangt geld van het Deutsches Kon­sortium für Translationelle Krebs­forschung (DKTK), even verderop in Heidelberg. Dat DKTK is weer een recente spin-off van DKFZ, het Deutsche Krebsforschungs­zentrum waar de Duitse overheid jaarlijks € 200 miljoen in steekt. ‘Daar doen ze fantastisch fundamenteel onderzoek, maar ze konden de klinische vertaalslag niet maken’, legt Timmers uit. ‘Vandaar dat ze nu binnen DKTK samenwerken met acht ziekenhuizen. Uiteindelijk willen ze het DNA sequencen van alle Duitse kankerpatiënten, dat zijn er bijna een half miljoen per jaar.’ Volgens hem hebben alleen het Beijing Genomics Institute en het Broad Insti­tute in de VS ooit meer geïnvesteerd in sequencers.

 

Freiburg is de epigenetische hotspot van Europa

Booming business

In Nederland kun je dat soort investeringen vergeten. In Het Financieele Dagblad vroeg Timmers zich onlangs hardop af of we een kennisland willen zijn of een transportland. NWO heeft al niet veel te verdelen, en daarvan gaat steeds meer naar toepassingsgericht onderzoek.

En de epigenetica heeft als jonge discipline ook nog het probleem dat het tegen gevestigde belangen moet opboksen. ‘In Neder­land is er gewoon geen aandacht voor, de financieringsinstellingen zien de urgentie niet’, stelt Timmers. Hij noemt het verbazingwekkend: ‘Het gaat om kleine chemische modificaties, zoals methylering. De enzymen die zulke groepen aanbrengen of verwijderen, werken zo specifiek dat je ze haast wel moet kunnen remmen. Je ziet dat er heel veel onderzoekers mee bezig zijn, zowel bij grote farmabedrijven als bij start-ups. Het is booming business, maar Nederland ziet het niet. Dan ga ik liever naar een plek waar ik wel iets aan dat onderzoek kan bijdragen.’

‘Ik heb fantastische dingen kunnen doen in Nederland’, besluit Timmers. ‘En in mijn laatste vijftien werkzame jaren wil ik zulke dingen blijven doen.’