In de VS wordt gewerkt aan een draagbaar apparaat dat hiv-concentraties meet in bloed. Handig voor ontwikkelingslanden met een gebrek aan laboratoria, meldt onderzoeker Rebecca Richards-Kortum in het blad Analytical Chemistry.

Concreet werkt ze aan een kwantitatieve variant van ‘recombinase polymerase amplification’ (RPA), een manier om DNA snel te vermenigvuldigen. RPA is veel eenvoudiger dan de meestal voor dit doel gebruikte ‘polymerase chain reaction’ (PCR), vooral omdat je er geen ‘thermal cycler’ voor nodig hebt die het monster afwisselend aan lage en hoge temperaturen blootstelt. Vandaar dat het voor een draagbaar apparaat veel meer voor de hand ligt om RPA te gebruiken.

Alleen kon je met RPA tot nu toe niet bepalen wat de concentratie van het gezochte DNA in een monster is. Juist bij hiv is dat essentieel omdat de hoeveelheid virussen aangeeft hoe ver de ziekte is gevorderd, en ook of de voorgeschreven aidsremmers aanslaan.

Richards-Kortum denkt dat nu wel voor elkaar te krijgen. Haar kwantitatieve RPA (qRPA) berust op het idee dat je meet hoe snel de RPA-procedure een tastbaar resultaat oplevert. Je kopieert niet alleen de gezochte sequentie, maar voorziet alle kopieën tevens van een fluorescerend label. Er blijkt dan een (exponentieel) verband te bestaan tussen de oorspronkelijke DNA-concentratie en de snelheid waarmee de fluorescentie toeneemt.

Inmiddels is een computeralgoritme in elkaar gezet dat, aan de hand van een ijkcurve, uit het verloop van de fluorescentiemeting de hiv-DNA-concentratie tot op een ordegrootte nauwkeurig afleidt. Voor diagnostische doeleinden is dat goed genoeg. Vooral ook omdat het goed gaat over een meetbereik van meer dan vier ordegroottes; de hoogst meetbare concentratie ligt dus ruim 10.000 maal boven de laagste.

Het draagbare apparaat moet er overigens nog wel omheen worden gebouwd, maar dat is een klusje voor een andere vakgroep.

bron: Rice University

Onderwerpen