Een laagje suiker kan 3-broompyruvaat alsnog bruikbaar maken als chemotherapie. De proefdieren gaan er nu tenminste niet meer aan dood, schrijven onderzoekers van Johns Hopkins Medicine in Clinical Cancer Research.

Dat 3-broompyruvaat (3-BrPA), een zout van gebromeerd pyrodruivenzuur, werd tien jaar geleden door Johns Hopkins gelanceerd als veelbelovend middel tegen kanker. Het idee is dat cellen het opnemen via dezelfde kanalen als glucose, en dat het vervolgens het metabolisme van die glucose via glycolyse blokkeert. Vooral tumorcellen zouden daar last van moeten hebben omdat die veel sterker afhankelijk zijn van glycolyse dan gezonde cellen, een verschijnsel dat bekend staat als het Warburgeffect.

In de praktijk viel het echter tegen. 3-BrPA wordt in de bloedbaan vrij snel afgebroken en is bovendien toch nog behoorlijk toxisch voor gezonde cellen. Om enig effect te sorteren moet je óf direct in de tumor injecteren (wat vaak niet kan) óf zo veel in de bloedbaan spuiten dat de bijwerkingen levensgevaarlijk worden. In de huidige publicatie is sprake van muizen die gedurende 28 dagen met 3-BrPa werden behandeld; van de exemplaren die de pure stof kregen, overleefde slechts 28 procent het.

Het blijkt nu dus wel goed te gaan wanneer je het 3-BrPA verpakt in bèta-cyclodextrinemoleculen. (of maar één zo’n groot ringvormig suikermolecuul, als we het plaatje mogen geloven). Wat er precies gebeurt is nog niet duidelijk; mogelijk dissociëren deze complexen pas wanneer ze door de tumorcellen zijn binnengehaald. Maar het werkt: bij muizen waarin een menselijke pancreastumor was geïmplanteerd, brachten de complexen de groei van die tumor tot stilstand. En dit keer overleefden ze de kuur allemaal.

De onderzoekers concluderen dat klinische tests op mensen met alvleesklierkanker het overwegen waard zijn.

bron: Johns Hopkins Medicine