VNCI waarschuwt voor verlies concurrentiekracht

De plannen van de Europese Commissie om de chemische industrie vanaf 2013 te laten betalen voor haar CO2-emissierechten, brengen de concurrentiekracht van de sector serieus in gevaar. Dat stelt Jan Zuidam, DSM-topman en voorzitter van branchevereniging VNCI. Hij ziet aankomen dat chemie-multinationals niet meer in Europa zullen willen investeren maar verhuizen naar andere werelddelen die minder oog voor de klimaatproblematiek hebben.

Volgens VNCI-directeur Colette Alma zijn de Brusselse emissiehandelsplannen “tien keer ernstiger dan de stoffenrichtlijn REACH”.

Nu krijgt de industrie de emissierechten nog grotendeels gratis. Brussel heeft echter het plan opgevat om vanaf 2013 een deel te laten veilen. In 2020 zouden alle rechten moeten worden geveild. Voorspeld wordt dat dit de Nederlandse chemische industrie een half miljard euro per jaar kost. “Dat is de helft van ons R&D-budget”, aldus Zuidam tijdens een persconferentie dinsdagochtend.

Hij trok een vergelijking met de Olympische Spelen, met de Europese chemische bedrijven als kansrijke deelnemers en de EU als een spelbreker die wat extra lood in hun schoenen stopt.


Mede namens de Europese chemiekoepel Cefic pleitte Zuidam voor een alternatief plan. Dat draait rond een nog uit te voeren Europese CO2-benchmark. Bedrijven die meer CO2 uitstoten dan gemiddeld zouden emissierechten moeten bijkopen bij bedrijven die efficiënter werken en daardoor onder de norm zitten. Als prikkel voor innovatie zou de benchmark-norm elk jaar moeten worden aangescherpt.

Eventueel zou voor de minder moderne industrie in de nieuwe EU-lidstaten voorlopig een aangepast regime kunnen gelden.

Maar atllereerst moet Brussel volgens Zuidam, de VNCI en de Cefic erkennen dat de chemie een ‘exposed sector’ is, die veel exporteert naar landen buiten Europa en daarbij vanwege haar concurrentiepositie geen extra belasting op uitstoot kan gebruiken.

Met name bij de Nederlandse, Belgische en Duitse regering wordt momenteel druk gelobbyd om het benchmarkplan er door te krijgen. Die drie landen hebben verhoudingsgewijs veel chemische industrie en zouden gezamenlijk binnen Europa een vuist moeten maken. Zuidam geeft toe dat ze nog niet ‘om’ zijn. “Maar ik denk dat ons ‘exposed’ zijn wel tot ze door begint te dringen.”

Overigens gaat het voorlopig nog uitstekend met de Nederlandse chemische industrie. Vorig jaar steeg het productievolume met 2,7 [procent en de omzet met 7 procent. Voor dit jaar wordt een omzetstijging van 5 procent verwacht, zij het onder voorbehoud vanwege de olieprijzen, de dollarkoers en het onduidelijke effect van de kredietcrisis.

bron: VNCI

Onderwerpen