Overexpressie van één gen is genoeg om alvleesklierkankercellen te temmen. In elk geval in vitro, melden Amerikaanse onderzoekers in het tijdschrift Pancreas.

Ze hebben het dan over ductaal adenocarcinoom, de meest voorkomende variant. Deze kanker wordt veroorzaakt door een zogeheten KRAS-mutatie in de acinaire cellen (een soort kliercellen) in de alvleesklier. Die cellen gaan daardoor ongecontroleerd groeien en delen.

Een van de zaken die daarbij een rol spelen is het uitvallen van zogeheten basic helix-loop-helix transcriptiefactoren, afgekort bHLH. De naam verwijst naar de 3D-vorm van een karakteristiek onderdeel van deze groep eiwitten.

Pamela Itkin-Ansari en collega’s van Purdue University en het Sanford-Burnham Medical Research Institute waren benieuwd of je het effect terug zou kunnen draaien door de voorraad bHLH-factoren kunstmatig aan te vullen. Daartoe voorzagen ze een kweekje van menselijke alvleeskliertumorcellen van plasmides met extra genen voor één zo’n eiwit, genaamd E47. Die zaten zo in elkaar dan je de genetische expressie kon worden geregeld met behulp van tamoxifen.

Inderdaad bleek dat extra E47 er toe te leiden dat de tumorcellen in de G0- of G1-fase van de groei bleven steken en dus niet meer voortwoekerden. En tot grote verrassing van de onderzoekers werden tevens de genen opgestart die normaal gesproken zorgen voor de specialisatie tot acinaire cel, zodat de kweekjes er uiteindelijk weer uitzagen als een gezond stuk alvleesklier.

Implanteerden ze die hergespecialiseerde cellen in muizen, dan bleken ze ook daar nauwelijks meer in staat om uit te groeien tot tumoren.

Hoe het op moleculair niveau werkt is nog niet helemaal duidelijk maar de onderzoekers vermoeden dat het extra E47 werkt als een soort spons voor ID3-eiwit. Om de een of andere reden maken alvleeskliertumoren veel te veel aan van dat ID3, een DNA-bindend eiwit dat eveneens een HLH-motief vertoont en samen met E47 een dimeer kan vormen.

De onderzoekers hopen nu een manier te vinden om de E47-spiegel te verhogen in tumoren in vivo. Als dat lukt, wordt het wellicht voor het eerst mogelijk om alvleesklierkanker serieus te behandelen; alleen al in de VS overlijden daar per jaar nu nog 40.000 mensen aan zonder dat er iets tegen te doen is.

bron: Sanford-Burnham Medical Research Institute