Peer reviewers van Science gaan de mist in

De redactie van Science heeft een ‘editorial expression of concern’ laten uitgaan naar aanleiding van een artikel dat enkele maanden geleden in het blad verscheen. Er zijn ernstige twijfels gerezen over de chemische syntheseprocedures die daarin worden beschreven, zo laat hoofdredacteur Bruce Alberts zijn lezers weten.

De brief volgt op een storm van kritiek op diverse internetfora. Volgens Chemical and Engineering News wordt de publicatie daar in het beste geval beoordeeld als “een prachtvoorbeeld van wat er mis kan gaan bij de peer review van interdisciplinair onderzoek”.

In het slechtste geval is het gewoon wetenschappelijke fraude.

Volgens biochemicus Laura Kiessling, zelf hoofdredacteur van ACS Chemical Biology, slaat het in elk geval helemaal nergens op. Het artikel zou alleen door de peer review heen zijn gekomen omdat er toen ook geen enkele echte chemicus naar gekeken heeft. In C&EN stelt Kiessling dat het prachtig is wanneer mensen uit de biologische hoek aan chemie gaan doen, mits er dan wél een beetje op die chemie wordt gelet.

De publicatie komt van onderzoekers van het katalyse-instituut van het Spaanse nationale onderzoeksinstituut CSIC. Hij beschrijft een ‘reactoom-array’ dat licht moet werpen op metabole routes in willekeurige cellen. Daartoe zijn 1.676 substraten, die generiek zijn voor zo’n beetje alle levensvormen, op een array gezet, met als achterliggend idee dat je een kleurverandering ziet bij de substraten die door de in de cel aanwezige enzymen worden gebonden.

De kritiek richt zich op de manier waarop die substraten chemisch gebonden zitten. Nogal wat chemici beoordelen de binding als zó instabiel dat hij op z’n best onwaarschijnlijk is. De beschrijving van de manier waarop hij tot stand komt, rammelt ook aan alle kanten.

Op verzoek hebben de auteurs inmiddels een gecorrigeerde versie van hun syntheseverhaal ingestuurd. Daar zitten echter nog steeds grote gaten in. Op verzoek van Science komt er nu een officieel onderzoek binnen het CSIC en andere betrokken instituten naar de labjournaals van de auteurs.

bron: C&EN

Onderwerpen