In de VS is een sensor bedacht die gevoelig genoeg zou moeten zijn om diabetes te herkennen aan aceton in de adem. Veel handiger dan bloedmonsters nemen, stellen chemici van de universiteit van Pittsburgh.

In JACS presenteerden Alexander Star en collega’s onlangs de blauwdruk van hun ademtester, die ze omschrijven als ‘titaniumdioxide op een stokje’. De stokjes zijn in werkelijkheid enkelwandige koolstofnanobuisjes, die dienen als elektrisch geleidend dragermateriaal.

Het idee is dat je de TiO2 activeert met uv-licht. In die toestand katalyseert het de afbraak van organische stoffen zoals aceton, met als bijwerking een meetbare verandering van de elektrische weerstand. Bij de eerste probeersels lag de detectielimiet voor aceton ergens bij een paar ppm.

Onduidelijk is of deze sensor echt specifiek op aceton reageert. Waarschijnlijk niet. Maar voor de toepassing die Star in gedachten heeft maakt dat niet uit. Zoals bekend is de productie van aceton een bijwerking van diabetes, veroorzaakt doordat het lichaam vet verbrandt om aan energie te komen. Vaak kun je het gewoon ruiken, wat bij aceton betekent dat je het over minimaal een paar honderd ppm hebt. Andere organische stoffen in de adem zouden daar dusdanig bij in het niet moeten vallen dat je geen selectieve sensor nodig hebt.

Star en collega’s werken aan een prototype waarmee daadwerkelijk ademtests kunnen worden gedaan. Uiteindelijk hopen ze met iets te komen dat goed genoeg is om diabetici in staat te stellen hun bloedsuiker in de gaten te houden - kennelijk onder het motto: meet je geen aceton, dan is het goed.

bron: University of Pittsburgh

Onderwerpen