Voor het eerst kun je met een simpele 3D-printer patronen printen op de blote huid. Militairen zouden zichzelf zo bijvoorbeeld kunnen voorzien van gifgassensoren op momenten dat ze die nodig denken te hebben, suggereert een publicatie in Advanced Materials.

Je kunt ook denken aan medische behandelingen. Michael McAlpine en collega’s van de University of Minnesota hebben al een hydrogel met celmateriaal geprint op een gewonde labmuis.

Het belangrijkste verschil met ‘gewoon’ 3D-printen is dat de huid geen vlakke plaat is en bovendien altijd een beetje beweegt, hoe goed je ook probeert om hem stil te houden. De printkop kan dus niet vertrouwen op kalibratie vooraf, maar moet voortdurend peilen hoe ver hij van de huid zit. Dat kan door die huid van te voren te voorzien van enkele markeringen (de cirkeltjes op de foto), en de printer te voorzien van een visionsysteem dat ze in de gaten houdt.

Een ander punt is dat je tijdens het printen geen brandwonden wilt veroorzaken. McAlpine gebruikt een inkt die bij kamertemperatuur uithardt, al dan niet verrijkt met zilverdeeltjes voor elektrische geleiding.

De demo op de foto laat een heel simpele voorbeeldtoepassing zien. De functionele elektronica (hier een LED) is klassiek voorgebakken siliciumchipwerk, en de 3D-print omvat slechts de aansluitdraden en een spiraalvormige antenne om via inductie de LED van stroom te kunnen voorzien.

 

Maar ongetwijfeld kun je ook ingewikkeldere zaken printen. En als je dan ook nog de printer draagbaar maakt, kun je die aan je soldaten meegeven zodat ze niet álle denkbare meetapparatuur hoeven mee te sjouwen.

Of dat idee in militaire ogen serieus te nemen is, moet je misschien niet aan burgerwetenschappers vragen.

bron: University of Minnesota