Een intensieve academische carrière combineren met topsport? Nele Pien (32) kan beide werelden perfect koppelen. ‘Ik heb de twee nodig gehad om te zijn waar ik nu ben.’

Nele Pien is een breed onderlegde stamcelonderzoeker. Ze behaalde een PhD in de onderzoeksgroep Polymeerchemie & Biomaterialen van Sandra Van Vlierberghe en Peter Dubruel aan de Universiteit Gent. Vervolgens ontwikkelde ze tubulaire constructen voor regeneratieve geneeskunde, een project in samenwerking met de Université Laval in Canada, waar ze een tweede PhD titel verkreeg. Momenteel is ze, op een FWO beurs, postdoc in de Veterinary Stem Cell Research groep van Catharina De Schauwer, ook aan UGent. Haar postdoc project draait om het ontwikkelen van een construct dat biomaterialen en stamcellen combineert om de verbinding tussen pees en bot te kunnen herstellen in paarden.

‘Onze hypothese is dat we het therapeutisch potentieel van stamcellen kunnen aantonen voor deze toepassing. We willen stamcellen differentiëren tot pees- en botcellen’, zegt Pien. ‘Het onderzoek vormt een perfecte aansluiting op mijn doctoraat, maar nu zit de toepassing in de diergeneeskunde.’ Ze zit in haar tweede jaar en richtte zich tot nu toe vooral op materiaalontwikkeling. De volgende stap omvat het 3D-printen van de materialen. ‘Er zitten drie verschillende zones in één pees-bot overgang, waar zacht weefsel overvloeit naar hard weefsel: de pees, de overgangszone en het bot. Je moet twee of drie verschillende materialen combineren tot een gradiënt in één ge-3D-printe draagstructuur om dat na te bootsen.’

‘Bij rugby wist ik direct dat dit dé sport was voor mij.’

Leiderschapsbeurs

Naast deze drukke academische carrière heeft Pien een tweede passie: rugby. Ze begon pas toen ze negentien jaar was en een half jaar later stond ze met de Belgische Sevens op het Europees kampioenschap. ‘Ik deed eerder atletiek, tennis en judo, maar bij rugby wist ik direct dat dit dé sport was voor mij.’ Ze kon haar sport mooi koppelen aan haar doctoraat tijdens haar verblijf aan de Université Laval. ‘In Canada is de sport groot en het niveau in de universiteitscompetitie was hoog. In 2019 heeft onze ploeg haar eerste nationale titel behaald, en daar deel van uitmaken was onvergetelijk.’

Rugby heeft haar ook op carrièrevlak vooruit geholpen. Ze haalde een Vanier beurs binnen voor haar onderzoek in Canada en haar deelname aan het universiteitsteam was een belangrijke factor. ‘Dit is een leiderschapsbeurs die je kon behalen door onder andere het beoefenen van sport. Daarnaast leer je enorm veel qua tijdsmanagement als je zo’n intensief programma volgt.’ De combinatie is niet altijd eenvoudig, maar ze weet haar lab- en rugbyactiviteiten vaak goed te combineren. ‘Pien is trots dat ze wetenschap en sport perfect aan elkaar kan koppelen. Zonder rugby had ze haar beurs in Canada niet behaald en ze heeft nu bewezen hoe bedreven ze is in tijdsmanagement. ‘Ik heb de twee nodig gehad om te staan waar ik nu sta.’

nele pien 0248_web

Nele Pien

Beeld: Bart Cloet

Wie is Nele?

Wat en waar heb je gestudeerd?

‘Bachelor en master industrieel ingenieur, afstudeerrichting chemie, daarna master biomedisch ingenieur en PhD in chemie aan Universiteit Gent. PhD materiaalkundig ingenieur aan Université Laval.’

Wat motiveert je in je werk?

‘Het interdisciplinaire, de noodzaak om biologie, geneeskunde, technologie en chemie te combineren. Goed kunnen plannen op korte en op lange termijn, en samenwerken met experten in de verschillende disciplines om de nodige skills en expertise te verkrijgen die nodig zijn in een interdisciplinair project. En het feit dat ons onderzoek tot doel heeft om medisch toepasbaar te zijn.’

Wat zijn je ambities voor de korte termijn?

‘Stappen zetten in het ontwikkelen van de gradiënt draagstructuur. De ontwikkelde materialen 3D-printen om de continue draagstructuur van zacht naar hard weefsel te creëren.’

Wat zijn je ambities voor de lange termijn?

‘Weefselregeneratiestrategieën gebruiken om een functionele pees-bot regeneratie te kunnen ondersteunen. We proberen het materiaal te ontwerpen zodat de cellen zelf opnieuw weefsel aanmaken. De drager mag zelf langzaam degraderen.’