De toegevoegde waarde van lectoraten voor zowel onderzoek als onderwijs wordt steeds duidelijker. Tegelijkertijd moeten veel lectoren het doen met tijdelijke contracten. Een schrijnende situatie, vinden Martin Bennink en Gino van Strydonck. Hoogste tijd om de positie van lectoren te versterken en werk te maken van meer vaste aanstellingen.  

Rond 2001 is op Nederlandse hogescholen de functie van lector geïntroduceerd; vergelijkbaar met de functie van een hoogleraar aan een universiteit. Maar er zijn natuurlijk ook grote verschillen. Daar waar universiteiten zich meer richten op het ontwikkelen van fundamentele, vaak zeer afgebakende kennis, richten hogescholen zich meer op het verder ontwikkelen van deze kennis voor een praktische toepassing. Op deze wijze is er dus sprake van een grote mate van complementariteit tussen universiteiten en hogescholen. Lectoraten richten zich in het algemeen op activiteiten in de midden TRLs (Technology Readiness Levels) en zitten daarmee tussen de universiteit en het MKB in. Als gevolg hiervan zijn lectoraten vaak wat meer interdisciplinair.  

Hogescholen en universiteiten werken steeds meer samen en zijn steeds meer complementair aan elkaar. Dit komt mede door het verplicht samen werken in NWA-aanvragen (Nationale Wetenschapsagenda). Daarnaast hebben we inmiddels wat langer de tijd gehad om elkaar te leren kennen. Het belangrijkste is misschien wel dat het nationale topsectorenbeleid is gekanteld richting een missie-gedreven beleid. Er is hierdoor een verschuiving (of verbreding) van de focus op het ontwikkelen van expertise naar het toepassen van expertise. Ook implementatie via samenwerking met practoraten in het middelbaar beroepsonderwijs krijgt steeds meer vorm. Lectoraten vinden op deze manier steeds meer hun eigen rol. 

‘Lectoraten zijn een essentieel onderdeel van de maatschappelijke taak van hogescholen’  

Het is echter schrijnend om te zien dat de lectoren nog steeds geen structureel sterke positie hebben binnen de hogescholen. De Vereniging Hogescholen roept hogescholen dan ook op om werk te maken van het inhoudelijk leiderschap met de lectoren. Een goede eerste stap zou zijn om lectoren een vaste aanstelling te geven, om hen in staat te stellen deze rol te pakken. Als argument voor een tijdelijke aanstelling horen we vaak nog dat de thema’s waar lectoren aan (moeten) werken veranderend zijn of dat ze zouden afleiden van het proces van opleiden. Maar de realiteit is dat lectoren werken aan actuele, veranderende thema’s en het opleiden juist verrijken.  

Lectoraten zijn een essentieel onderdeel van de maatschappelijke taak van hogescholen om te werken aan de ontwikkeling van talent en de ontwikkeling van de maatschappij; vaak een combinatie daarvan. Sommige hogescholen beseffen dat je dit alleen goed vorm kunt geven door vaste aanstellingen aan te bieden. Laat dit een voorbeeld zijn voor alle hogescholen. 

Martin Bennink is lector applied nanotechnology bij Saxion Hogeschool en Gino van Strydonck is lector material sciences bij Zuyd Hogeschool. Zij schreven deze bijdrage op uitnodiging van C2W | Mens & Molecule. 

Reageren? Mail naar redactie@kncv.nl