Tijdens de Avond van de Chemie wandelen we met Floris van Delft, Head of R&D Synaffix, door de route die Synaffix heeft afgelegd en de keuzes die hij onderweg, al dan niet bewust, heeft gemaakt. ‘Ik vond mezelf maar een matige academicus.’

Een gedroomd scenario. Zo omschreef chemicus/ondernemer Floris van Delft onlangs tegenover C2W | Mens & Molecule de overname van ‘zijn’ Synaffix door het Zwitserse Lonza. Een prachtig resultaat voor bioconjugatie-pioniers van eigen bodem. Van goed idee in het lab naar zakelijk succes - velen gaan ervoor, weinigen lukt het ook echt. Maar wie denkt dat het allemaal volgens een zorgvuldig uitgestippeld plan is gegaan, heeft het mis.

Naïef

‘Het begon jaren geleden in mijn lab aan de Radboud Universiteit met dat ene molecuul, bicyclononyne, BCN’, blikt Van Delft terug. Samen met Sander van Berkel, mede-oprichter van Synaffix, ging hij aan de slag om BCN te vermarkten voor toepassing in klikchemie. ‘Levende in de bubbel van metaal-vrije klik chemie zagen wij veel mogelijkheden om hier meer mee te doen, zoals onderwater-lijm en regeneratieve polymeren, en zijn toen behoorlijk naïef met Synaffix gestart. We hadden helemaal geen business plan en eigenlijk waren we ook niet van plan om zelf voor Synaffix te gaan werken.’

Coole dingen

Van Delft ambieerde altijd een academische carrière, maar gaandeweg kantelde dat beeld. ‘Ik vond mezelf maar een matige academicus, had moeite met verkrijgen van beurzen en publiceren in toptijdschriften. En toen ging we met ons bedrijfje, onder leiderschap van Peter van de Sande, opeens heel coole dingen doen richting gerichte kanker-therapie.’ Zijn veilige academische baan verlaten betekende best een grote stap, maar hij waagde het erop.

Bijdrage

Met succes, zo weten we nu. Al zit dat succes voor hem niet primair in de zakelijk-financiële kant van het verhaal. ‘Er lopen nu tientallen programma’s met nieuwe medicijnen waar onze technologie een rol bij speelt en die wie weet het leven gaan redden van kankerpatiënten waar geen andere behandelopties meer voor waren. Dat ik daar een bijdrage aan heb geleverd en hopelijk nog verder ga leveren, is voor mij de echte zingeving van mijn maatschappelijke carrière.’