Een groep Gentse onderzoekers ontwikkelde een materiaal voor borstreconstructie en richt nu een spin-off op om hun uitvinding naar de patiënt te brengen. ‘Het spannendste is alles wat je niet in de hand hebt.’
Goede borstreconstructie is niet vanzelfsprekend. De beschikbare methodes hebben stuk voor stuk duidelijke nadelen. Zo zijn er siliconen borstimplantaten, maar deze moet je elke 10 tot 15 jaar laten vervangen. Bovendien zijn er toenemende zorgen over de veiligheid van deze implantaten. Een tweede optie is de microchirurgische vrije flap, een zeer ingewikkelde, invasieve techniek die extra littekens creëert. Als laatste is er lipofilling, waarbij je lichaamseigen vetweefsel gebruikt voor de reconstructie.
Lipofilling is in potentie de voorkeurstechniek, omdat het minimaal invasief is en je de regeneratieve krachten van het eigen lichaam aanspreekt. Helaas is deze techniek nog niet geoptimaliseerd. Een groot deel van de ingebrachte cellen sterft alsnog af en de uiteindelijke uitkomst blijft onzeker. Lana Van Damme, doctoraatstudent aan de Universiteit Gent, probeert het overlevingspercentage van deze cellen te bevorderen. Ze ontwikkelde een gel die de ingebrachte cellen ondersteunt. Uiteindelijk moet het lichaam de gel afbreken, zodat de patiënt geen lichaamsvreemd materiaal overhoudt. Ze startte met een basispolymeer en ontwikkelde dat verder tot een injecteerbaar systeem met de juiste fysische en mechanische eigenschappen. Het uiteindelijke materiaal liet bij testen in muizen het gehoopte effect zien. ‘We kregen zowel in vitro als in vivo de resultaten die we graag wilden. Dat was het keerpunt.’
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.