Een op de tien schoolkinderen in de VS krijgt les op minder dan een mijl afstand van een locatie waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. En de meeste van die 4,6 miljoen kinderen hebben geen benul, claimt het Center for Effective Government, een pressiegroep van bezorgde burgers in Washington DC.

Vandaar dat de club een interactieve landkaart online heeft gezet waarop zowel de ‘bedreigde’ scholen als de risicolocaties kunnen worden aangeklikt. Bij die locaties is dan weer achtergrondinfo aanklikbaar, zoals de aard van de activiteiten, de aanwezige stoffen, de veiligheidsmaatregelen en (indien van toepassing) het aantal recente incidenten.

Het betreft bedrijven die onder het Risk Management Program van het overheidsmilieubureau EPA vallen omdat ze werken met bepaalde hoeveelheden stoffen die gevaarlijk zijn voor de omgeving als ze lekken of ontploffen. Enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse BRZO-regeling dus, al zullen de voorwaarden wel verschillen.

Die informatie is in principe openbaar maar de overheid en de betrokken bedrijven lopen er niet graag mee te koop, al was het alleen maar omdat het terroristen op een idee zou kunnen brengen.

Dat het Center for Effective Government er toch mee komt, heeft te maken met de explosie die een jaar geleden het Texaanse stadje West grotendeels verwoestte. Vrijwel niemand besefte daar dat er een kunstmestopslag was gevestigd, en al helemaal niet dat hij vlak naast een school stond. Achteraf werd pijnlijk duidelijk dat in de VS honderden van zulke ammoniumnitraatdepots dichtbij de bebouwde kom zitten, en dat omwonenden daar evenmin weten dat ze bij het eerste begin van brand beter heel snel kunnen maken dat ze wegkomen.

De groep pleit voor verbeterd overheidstoezicht.

C&EN heeft een lobbyclub van de chemische industrie om commentaar gevraagd. Het luidde dat het goed is als de hulpdiensten meer inzicht in deze gegevens krijgen, maar dat het natuurlijk niet moet betekenen dat de regeldruk toeneemt. Tsja.

bron: C&EN

Onderwerpen