Twee genen zorgen er voor dat de zandraket (Arabidopsis) zich kan aanpassen aan een zinkarm milieu. Met die kennis in het achterhoofd kun je wellicht planten kweken die zink opnemen voor commerciële doeleinden, zo schrijft een internationale groep onderzoekers onder leiding van Mark Aarts (Plant Sciences Group, Wageningen UR) in PNAS.

De genen in kwestie coderen voor twee sterk op elkaar lijkende transcriptiefactoren genaamd bZIP19 en bZIP23, waarbij bZIP staat voor ‘basic-region leucine-zipper’. Deze kunnen zich allebei binden aan een ander gen, genaamd ZIP4, dat codeert voor een metaaltransporterend eiwit. De binding verhoogt de expressie van het gen, zodat de zinkopnamecapaciteit van de plant wordt verhoogd.

 

Beide transcriptiefactoren lijken hetzelfde werk te doen. Planten waarin één van beide genen niet functioneert, groeien op een zinkarme ondergrond vrijwel normaal. Maar schakel je beide genen tegelijk uit, dan worden de plantjes ineens uiterst gevoelig voor zinkgebrek.

 

Volgns de onderzoekers vind je dezelfde transcriptiefactorgenen, of exemplaren die er sterk op lijken, ook terug in de reeds opgehelderde genomen van andere plantensoorten zoals rijst, populier en sojaboon.

 

Ze suggereren dat je, door met deze genen te spelen, gewassen moet kunnen kweken die meer zink opnemen dan ze eigenlijk nodig hebben. Die zou je dan weer kunnen gebruiken als natuurlijk voedingssupplement voor de naar schatting 40 % van de wereldbevolking die kampt met een chronisch zinktekort.

 

Ook zou je zo planten kunnen creëren die bodemverontreiniging kunnen opruimen.

 

Wel valt uit het artikel op te maken dat het zinkopnamemechanisme waarschijnlijk veel ingewikkelder is, zodat er nog een hoop onderzoek nodig is om er écht slim gebruik van te kunnen maken.

 

bron: Wageningen UR

Onderwerpen