Langzaam wordt duidelijk hoe het Zika-virus precies microcefalie veroorzaakt. Twee virale eiwitten zijn verantwoordelijk, blijkt uit een publicatie in Cell Stem Cell.

Jae Jung en collega’s van de University of Southern California ontdekten dat deze twee eiwitten, NS4A en NS4B, in embryo’s een signaalroute genaamd Akt-mTOR verstoren. Om precies te zijn onderdrukken ze de fosforylering van twee van de aminozuren van het Akt-eiwit, ook bekend als eiwitkinase B. Hoe dat op moleculaire schaal werkt, is overigens nog niet duidelijk - wel dat ze er allebei voor nodig zijn.

Zika heeft maar tien verschillende eiwitten, dus het kostte niet eens zo veel moeite om te ontdekken dat het deze twee zijn. Maar Jung schijnt de eerste te zijn die daadwerkelijk is toegekomen aan experimenten met kweekjes van menselijke embryonale cellen, dus hij heeft de primeur.

Akt-mTOR dient onder meer om autofagie te regelen, een proces dat overtollige celcomponenten afbreekt. Zonder Akt slaat die autofagie enigszins op hol, wat voor de meeste pathogenen slecht nieuws is maar voor flavivirussen zoals Zika en dengue juist essentieel blijkt te zijn. Die tappen er namelijk hun energie en voedingsstoffen uit af.

Bij embryo’s regelt Akt-mTOR ook de groei van zenuwcellen. Dat proces wordt door toedoen van Akt-mTOR juist geremd. Het zou Jung bovendien niets verbazen als de resterende cellen het nodige tekort komen doordat de cel veel te veel energie in autofagie steekt.

Er ontbreken nog een hoop puzzelstukjes. Zo is nog totaal onduidelijk waarom lang niet alle Zika-besmettingen tot microcefalie leiden. Denguevirussen maken trouwens ook vormen van NS4A en NS4B aan om autofagie op te wekken, en bij die besmetting speelt het probleem van onderontwikkelde hersenen voor zover bekend helemaal niet. De auteurs vermoeden dan ook dat het moleculaire mechanisme bij dengue duidelijk anders werkt.

Ondanks dat lijkt het de moeite waard om te studeren op een geneesmiddel dat ná een Zika-besmetting NS4A en/of NS4B onderdrukt, teneinde de mogelijke schade te beperken.

bron: University of Southern California