Om nanodeeltjes in een tumor te krijgen, moet je ze meegeven met witte bloedcellen die je vervolgens wijs maakt dat de tumor ontstoken is. Het lijkt vergezocht maar bij muizen werkt het, stellen Zhenjia Wang en collega’s van Washington State University in het tijdschrift Advanced Materials.

De ontsteking is daarbij een kwestie van fotosensitisering. Je bestookt de tumor met licht, nadat je hem eerst hebt geïnjecteerd met pyrofeoforbide a. Dat is een molecuul dat licht absorbeert en de energie steekt in de omzetting van O2 in reactieve zuurstofradicalen. Die zorgen weer voor een ontstekingsreactie die witte bloedcellen lokt.

Als witte bloedcellen, in dit geval neutrofielen (zie de afbeelding), door zo’n ontsteking worden geactiveerd, gaan ze een eiwit genaamd CD11b (ook bekend als integrine αM) aanmaken. Om er op dat moment nanodeeltjes aan te hechten, hoef je ze alleen maar te garneren met antilichamen die zich binden aan CD11b. Die combinatie injecteer je in de bloedbaan, de rest gaat vanzelf.

Wang heeft het uitgetest met nanogoudstaafjes. Als je die op de hier beschreven manier aan neutrofielen hecht, blijken die daar niet merkbaar door te worden belemmerd; ze dringen ijverig de ‘ontstoken’ tumor binnen. Als je die vervolgens opnieuw behandelt met licht, dit keer in het infraroodgebied, worden de goudstaafjes zo heet dat ze het omringende tumorweeefsel doden.

Die laatste stap is geen nieuws, het gebruik van neutrofielen als taxi is dat wel.

De volgende stap zou kunnen zijn dat je in plaats van goudstaafjes een chemisch antitumormiddel aan de neutrofielen hecht. Hoe dat zou moeten is nog onduidelijk, maar ongetwijfeld valt daar wel iets op te verzinnen.

bron: Washington State University