De Voedsel- en Warenautoriteit laat onderzoek doen naar de gevaren van nano-silicadeeltjes in instantsoep en andere levensmiddelen. Dit naar aanleiding van een wetenschappelijke publicatie waaruit blijkt dat niemand ook maar een flauw idee heeft van de mogelijke risicio’s.

Silica oftewel kiezelzuur, een afgeleide van siliciumdioxide, wordt sinds jaar en dag als antiklontermiddel toegevoegd aan melkpoeder en ander poedervormig voedsel. Op het etiket staat het aangegeven als E551. Tot nu toe werd het gezien als tamelijk onschadelijk: de Europese voedselautoriteit EFSA oordeelde vorig jaar nog dat inname van 1.500 milligram kiezelzuur per dag geen gezondheidsrisico oplevert.

 

Maar daarbij is nooit gekeken hoe groot die deeltjes eigenlijk zijn.

 

In de al genoemde publicatie in het tijdschrift Nanotoxicology concluderen onderzoekers van RIVM, Rikilt en MiPlaza dat de silica, die in voedingsmiddelen wordt verwerkt, zo fijn is verdeeld dat maximaal 33 procent van de korrels kan worden beschouwd als nanodeeltjes (de definitie staat er in het persbericht niet bij, maar meestal ligt de grens bij 100 nanometer diameter).

 

Het betekent dat de gemiddelde Nederlander per dag meer dan 100 mg nanodeeltjes binnenkrijgt zonder het te weten.

 

De auteurs stellen dat met geen mogelijkheid valt te bepalen of dat erg is. Het is namelijk niet bekend hoe silica wordt opgenomen door het maagdarmkanaal. Als het onderweg oplost, is er zeker niets aan de hand zolang je beneden die 1500 mg/dag van de EFSA blijft. Als de deeltjes in hun geheel de darmwand moeten passeren zou er wel iets aan de hand kunnen zijn. Maar niemand heeft ooit onderzocht óf dat kwaad kan en zo ja, hoeveel kwaad.

 

Het vervolgonderzoek staat voor volgend jaar gepland.

 

bron: VWA, De Telegraaf

Onderwerpen