Door overmatig gebruik van insecticiden leggen ook insectenetende vogels het loodje. Waarschijnlijk van de honger, schrijven Caspar Hallmann, Eelke Jongejans en collega’s van de Radboud Universiteit in Nature.

De Vogelbescherming heeft meteen een verbod geëist op imidacloprid, het neonicotinoïde waar de Nijmegenaren specifiek naar hebben gekeken. Waarbij het publicitair goed uitkomt dat deze stof toch al onder vuur ligt omdat hij door velen, inclusief de Europese Commissie, medeverantwoordelijk wordt geacht voor bijensterfte.

Het verschil is wel dat die bijen er echt door lijken te worden vergiftigd, terwijl er geen concrete aanwijzingen zijn dat dat met die vogels ook gebeurt. De onderzoekers kunnen het niet helemaal uitsluiten, maar ze achten het het meest waarschijnlijk dat imidacloprid gewoon zó goed werkt dat er voor de vogels te weinig insecten overblijven.

Dat effect wordt waarschijnlijk versterkt doordat imidacloprid maar heel langzaam wordt afgebroken, waardoor de concentratie in het oppervlaktewater steeds hoger wordt en ook insecten het slachtoffer worden op plekken waar niet wordt gespoten.

In een commentaar in Nature wordt dan ook meteen een parallel getrokken met ‘Silent Spring’, het boek uit 1962 waarin Rachel Carson voor het eerst waarschuwde voor de gevolgen van té veel gif spuiten. Toen ging het om DDT maar voor het effect maakte dat niet uit.

De Nijmeegse publicatie is puur statistisch van karakter. De onderzoekers hebben de resultaten van vogeltellingen uit de periode 2003-2010 vergeleken met gegevens van de waterschappen over de imidaclopridconcentratie in het Nederlandse oppervlaktewater. Dat deden ze voor 15 algemene zangvogelsoorten die zichzelf en (vooral) hun jongen met insecten voeden. Naar concentraties van andere landbouwgiffen is in het onderzoek overigens niet gekeken, omdat die gegevens niet beschikbaar waren.

Het leverde het inzicht op dat deze soorten jaarlijks met gemiddeld 3,5 procent achteruit gaan in gebieden waar meer dan 20 ng imidacloprid in het water zit. Gecorrigeerd voor veranderd gebruik van landbouwgrond zie je nog steeds een achteruitgang. En vergelijking met oudere tellingen leert dat je die niet zag vóór 1994, het jaar dat imidacloprid voor gebruik werd vrijgegeven.

In de Volkskrant voegt de Utrechtse onderzoeker jeroen van der Sluijs er aan toe dat je ook zó wel kunt zien dat er tegenwoordig veel minder vliegjes tegen je voorruit klappen dan vroeger.

Intussen is het gevaar nu levensgroot dat alleen imidacloprid wordt verboden en de landbouw gewoon overschakelt op ander gif. Dat is goed nieuws voor de bijen maar het is nog maar de vraag of de vogels er iets mee opschieten. Bij een pleidooi voor een verbod op álle moeilijk afbreekbare landbouwgiffen zouden ze meer gebaat zijn.

bron: Nature, RU Nijmegen, de Volkskrant

Onderwerpen