Zelfs de meest resistente tuberculosebacteriën zijn niet bestand tegen vitamine C. Die verbinding bezorgt ze namelijk een overdosis vrije zuurstofradicalen, hebben onderzoekers uit New York toevallig ontdekt.

Voorlopig is het effect alleen aangetoond in een petrischaaltje. Maar William Jacobs, Jr. en collega’s van het Albert Einstein College of Medicine durven met dit stofje wel een klinische test aan.

In Nature Communications schrijven ze dat het blijkt te komen doordat vitamine C een zogeheten Fentonreactie in de hand werkt. Het reduceert namelijk Fe3+ tot Fe2+. Die Fe2+ kan vervolgens met zuurstof reageren waarbij opnieuw Fe3+ ontstaat, plus superoxide, waterstofperoxide en hydroxylradicalen. Allemaal reactieve zuurstofverbindingen die het DNA van de bacterie kunnen beschadigen, de aanmaak van lipiden verstoren en waarschijnlijk nog wel meer schade aanrichten.

Uiteraard kan dit effect bij elke bacterie optreden. Maar Mycobacterium tuberculosis blijkt er om de een of andere reden vele malen gevoeliger voor te zijn dan andere soorten.

Jacobs kwam er achter tijdens een onderzoek naar de manier waarop M. tuberculosis resistentie ontwikkelt tegen het veelgebruikte antibioticum isoniazid. Resistente stammen bleken minder mycothiol aan te maken dan gebruikelijk. Mycothiol bestaan onder meer uit het zwavelhoudende aminozuur cysteïne, en de hypothese was dat de resistentie zou worden veroorzaakt doordat de bacterie meer cysteïne overhield dan normaal.

Als dat zou kloppen, zou extra cysteïne de bacteriën resistenter moeten maken. In plaats daarvan gingen ze dood. En dat bleek te komen doordat cysteïne werkt als reductor.

De volgende stap was om het met een andere reductor te proberen, in dit geval vitamine C. Bingo.

De eerste klinische test zal waarschijnlijk inhouden dat een bestaande antibioticakuur tegen tbc wordt aangevuld met vitamine C, en dat wordt gekeken of patiënten daardoor sneller genezen. Baat het niet, dan schaadt het niet.

bron: Albert Einstein College of Medicine

Onderwerpen