Door gebruikte brandstoffen te zuiveren en weer op te werken, kan de hoeveelheid radioactief afval worden verminderd. C2W | Mens & Molecule mocht meelopen in het streng beveiligde NRG Hot Cell-laboratorium.
De betonnen wand van de hot cell is een meter dik, met daarin een glazen venster dat zachtoranje lijkt te gloeien onder natriumlampen. Erachter kun je vaten met radioactief afval zien staan, de ioniserende straling blijft gelukkig steken in glas en beton. Het raam is gemaakt uit een stapeling van centimeters dikke lagen olie, gescheiden door loodglas. De brekingsindices van de opeenvolgende olielagen volgen elkaar zo op dat het lijkt of je door een gewoon raampje kijkt, in plaats van door een meter vloeistof met aquarium-achtige vervormingen tot gevolg, legt Eva de Visser-Týnová uit.
De Visser-Týnová is onderzoeker bij de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) in Petten. ‘Hier werken onze operatoren mee’, wijst ze aan. Voor het venster van de hot cell hangt een manshoge twee-armige manipulator met twee handvatten. Een constructie van stangen, buizen, kabels en katrollen loopt naar boven, over de open rand van de hot cell, weer naar beneden, en kopieert iedere handbeweging van de operator — verplaatsen, knijpen, draaien — naar de robothanden binnenin. Zo kun je een vaatje radioactief materiaal vastpakken en het deksel eraf schroeven, zonder dat je wordt blootgesteld aan de straling. ‘Het is lastig om te leren, en je moet wel behoorlijk sterk zijn in je handen’, zegt De Visser-Týnová.
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.