Regelmatige blootstelling aan trichlooretheen verhoogt de kans op de ziekte van Parkinson met een factor 6. Waarbij het 40 jaar kan duren voordat je het effect merkt, waarschuwen Amerikaanse onderzoekers deze week in het Journal of Neurology.

Samuel Goldman (The Parkinson’s Institute, Sunnyvale, Calfornië) en collega’s komen tot deze conclusie na ondervraging van 99 tweelingen, waarvan telkens één van de twee leed aan parkinson en de ander niet. Gezocht werd naar een relatie met blootstelling aan een zestal oplosmiddelen in de werk- en hobbysfeer gedurende hun eerdere leven.

Alle zes die oplosmiddelen zijn in de medische literatuur ooit met parkinson in verband gebracht. Maar volgens de nu gedane studie verhoogt alleen trichlooretheen (C2HCl3) afgekort tri) de kans op parkinson héél erg significant.

Perchlooretheen en tetrachloormethaan (respectievelijk C2Cl4 en CCl4) lijken de kans ook te verhogen, maar significant is het net niet. De overige drie oplosmiddelen (n-hexaan, tolueen en xyleen) lijken met parkinson niets te maken te hebben.

Het goede nieuws is dat het gebruik van tri de laatste 15 jaar al sterk is teruggedrongen, vooral omdat het tevens wordt verdacht van kankerverwekkendheid. Alleen in de metaalindustrie wordt het nog gebruikt als ontvettingsmiddel.

Het slechte nieuws is dat op veel plaatsen voorlopig nog vrij veel tri in het grondwater zit. En uiteraard die periode van 40 jaar, die doet denken aan het naijleffect van asbest.

Aan de andere kant heeft de medische wetenschap nu nog even tijd om een preventief muiddel tegen parkinson uit te vinden, suggereert Goldman.

bron: Wiley, BBC News

Onderwerpen