Over een aantal jaren kan Nederland tot de wereldtop behoren in de groene chemie, de medische life sciences, de duurzame energie, de agrofood en nog een stuk of wat topsectoren. Dat valt op te maken uit de actieplannen die die topsectoren vrijdag hebben neergelegd bij minister Verhagen.

De minister beloonde hun presentaties ter plekke met de toezegging dat hij de technologische topinstituten in elk geval tot eind 2012 financieel in de lucht houdt. Over de periode daarna valt met hem te praten. Ook maakt hij 500 miljoen euro extra vrij uit de rijksbegroting teneinde R&D-inspanningen aftrekbaar te maken voor de vennootschapsbelasting. Wat hij verder met de adviezen wenst te doen, wordt pas in september duidelijk.

 

De actieplannen zijn inmiddels allen te downloaden via rijksoverheid.nl . Zoals je mocht verwachten staan ze bol van de ambitie en klagen ze in koor over gebrek aan geld en aan goed opgeleid personeel.

 

Zo wil de topsector Chemie toewerken naar een ‘New Earth’ waar de huidige grote uitdagingen zoals grondstoffengebrek, klimaatverandering en overbevolking geen bedreiging meer vormen. ‘New Chemistry’moet dat mogelijk maken, en die new chemistry moet op haar beurt mogelijk worden gemaakt door de huidige chemische wereld.

 

De ambitie is, kortom, dat Nederland in 2050 wereldwijd bekend moet staan als hét land van de groene chemie, waar biomassa-gebaseerde grondstoffen via schone en duurzame productieprocessen worden omgezet in een heel scala aan bestaande en nieuwe producten. Bovendien moet Nederland tegen die tijd in de mondiale top drie van producenten van slimme materialen staan, waarbij onder ‘materialen’ niet alleen kunststoffen vallen maar bijvoorbeeld ook katalysatoren en ingrediënten voor accu’s.

 

Om dat te bereiken moet al in 2015 het aantal chemiestudenten verdubbeld zijn ten opzichte van nu, en moet in 2020 viervijfde van de Nederlandse bevolking ‘een positief gevoel (hebben) over de bijdrage van de chemie aan de welvaart en het welzijn van Nederland.’

 

Opvallend is dat het actieplan heel sterk de nadruk legt op de rol van het midden- en kleinbedrijf in dit hele verhaal. Over wat er moet gebeuren met de huidige grote chemieconcerns wordt nauwelijks wat gezegd, waarschijnlijk omdat die in de praktijk tòch gewoon hun eigen gang gaan.

 

Ook de topsector life sciences (‘voor een gezond en welvarend Nederland’) wil tot de wereldtop behoren, en wel binnen 15 jaar. Dit actieplan leunt sterk op het laten samenwerken van bestaande topinstituten in één overkoepelend topinstituut Life Sciences & Health Innovation, ongetwijfeld als reactie op de kritiek dat de sector veel te versnipperd is. Van de overheid wordt vooral verbeterde regelgeving gevraagd, onder meer op het gebied van klinisch onderzoek.

 

Het advies van de topsector energie is een stuk formeler verwoord, zoals je van deze branche ook mocht verwachten. Hier wordt onder meer gesproken over ‘verhogen van de organisatiegraad in de sector en aanpakken van versnippering van mensen en middelen om de sector beter in staat te stellen marktkansen te benutten en de R&D effectiviteit te verhogen’ en over ‘verbeteren van regie in de onderzoeksketen ten behoeve van de vertaling van onderzoek naar toepassing door het aanbrengen van focus in onderzoeksinspanningen en het zoeken van aansluiting tussen onderzoeksinspanningen en kansen in de markt.’ Maar het belangrijkste is dat de overheid meer de ruimte moet geven ‘voor de benutting van het verdienpotentieel van de sector.’

 

Als bonus hebben de topsectoren Chemie, Agrofood, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Logistiek, Energie en Water samen een ‘Aanzet voor een intersectoraal Businessplan Biobased Economy’ ingeleverd. Ze zeggen ‘hun inspanningen te willen bundelen om de leidende rol van Nederland in de transitie naar een duurzame samenleving verder vorm te geven.’

 

bon: Rijksoverheid, FD

Onderwerpen