Lengtebepaling wordt commercieel steeds interessanter.
‘Wij hebben ze geleerd hoe je dit moet doen’, zegt Peter Lansdorp. Hij was de eerste wetenschappelijk directeur van het European Research Institute for the Biology of Ageing (ERIBA) in Groningen, maar is nu weer het grootste deel van de tijd hoogleraar in Vancouver, Canada. Hij reageert op een PNAS-publicatie van Mary Armanios en collega’s van Johns Hopkins Medical Center in de VS, over de bruikbaarheid van telomeerlengtemetingen in de diagnostiek.
Ze werken met flowFISH, een samentrekking van flowcytometrie en fluorescent in situ hybridization. Lansdorp heeft die techniek de afgelopen twintig jaar ontwikkeld. FlowFISH berust op het feit dat telomeren, de uiteindes van chromosomen, bestaan uit een reeks repeats: identieke DNA-fragmentjes. Je voorziet de celkern van fluorescerende labels, die zich hieraan specifiek hechten. Uit de intensiteit van de fluorescentie volgt hoeveel labels er tegelijk op elk telomeer passen, en dus hoe lang dat telomeer is.
Die lengte is leeftijdsgebonden. Telomeren dienen als uitloop voor het DNA-replicatiemechanisme; bij elke celdeling gaat er iets af. Mede dankzij telomerase-enzymen, die verse repeats toevoegen, gaan ze normaal gesproken een heel mensenleven mee. Maar door erfelijke afwijkingen kunnen ze veel eerder op raken, wat onder meer kan leiden tot aandoeningen aan longen en beenmerg. Dergelijke ziektes kunnen echter ook andere oorzaken hebben, en vereisen dan een andere behandeling.
Reproduceerbaar
Onderzoekers twijfelden aan de nauwkeurigheid van telomeerlengtebepalingen, maar Armanios stelt nu dat flowFISH reproduceerbaar genoeg is voor een klinische setting. Met name bij kinderen en jongvolwassenen zie je prima of telomeren ongebruikelijk kort zijn. Leidt dat nog niet tot symptomen, dan geeft de resterende lengte een indicatie van de tijd die je hebt om preventieve maatregelen te nemen. Bij mensen boven de veertig werkt het niet: van hun telomeren is altijd al te weinig over.
Het is een mooi resultaat, maar Lansdorp is niet overdreven blij met de publicatie. De pijn zit in de bepaling van de gezonde boven- en ondergrenzen van de telomeerlengte als functie van de leeftijd. Het grootste deel van Armanios’ dataset blijkt afkomstig uit ‘a Vancouver laboratory that uses flowFISH’. ‘Haar grafieken zijn op onze curves gebaseerd en dan nog niet eens netjes overgenomen’, stelt Lansdorp.
Commerciële telomerenthuistests zijn onbetrouwbaar
Zijn ergernis wordt verder gevoed doordat hij medeoprichter is van de spin-off Repeat Diagnostics, die al jaren telomeerlengtemetingen verricht voor medisch specialisten. Hij heeft aanwijzingen dat Armanios vergelijkbare plannen heeft. ‘Dan schrijft ze ook nog dat er no conflict of interest is’, moppert hij. ‘Maar het is een bewerkelijke methode. Ze zal moeite hebben haar eigen business op te zetten.’
Lansdorp tekent erbij aan dat hij Armanios nog steeds als collega ziet. ‘We zijn beiden geïnteresseerd in de wetenschap achter telomeren. Ik respecteer haar op het gebied van de medische genetica, en zij respecteert mij.’
Variatie
Op één punt zijn Lansdorp en Armanios het roerend eens: commerciële telomerenthuistests, die de kans moeten voorspellen dat je gezond oud wordt, zijn totaal onbetrouwbaar. Die werken niet met flowFISH, maar met kwantitatieve PCR, een goedkopere methode met een grote foutmarge. Dat er sowieso veel variatie zit in gezonde lengtes, laten ze onvermeld. En ze negeren aanwijzingen dat te lange telomeren de kans lijken te verhogen op longkanker en melanoom.
Lansdorp signaleert overigens wel degelijk een behoefte aan goedkopere methodes, mits ze betrouwbaar zijn. ‘De rol van telomeerverkorting bij veroudering en kanker verdient meer onderzoek. Maar voor epidemiologische studies is flowFISH te kostbaar.’
Nog geen opmerkingen