Genetische modificatie vergemakkelijkt melksapextractie

Bij het Fraunhofer-Institut für Molekularbiologie und Angewandte Oekologie IME in Aken is het gen ontdekt, dat het melksap uit paardenbloemen snel laat polymeriseren. Door dat gen uit te zetten kun je veel meer latex uit de planten winnen teneinde er natuurrubber van te maken, zo meldt het instituut.

Het idee om de Russische paardenbloem (Taraxacum kok-saghyz) als rubberleverancier te gebruiken, is in de Tweede Wereldoorlog al eens uitgeprobeerd. Het melksap levert een rubberkwaliteit die qua fysisch/chemische eigenschappen aardig overeenkomt met ‘gewoon’ natuurrubber uit de rubberboom (Hevea brasiliensis).

In vredestijd was een alternatief voor rubberbomen tot voor kort niet zo nodig. Maar door de economische groei in landen als China en India begint het aanbod van natuurrubber achter te blijven bij de vraag. Tegelijk worden steeds meer rubberplantages aangetast door een schimmelinfectie die zich slechts met moeite laat platspuiten. Vandaar dat men nu weer serieus naar die paardenbloemen kijkt, niet alleen in Duitsland maar bijvoorbeeld ook in de VS.

Mogelijk geeft de uitvinding van Fraunhofer IME de kweek van rubberpaardenbloemen het beslissende zetje. Volgens projectleider prof. Dirk Prüfer kun je uit een plant nu 4 tot 5 keer zoveel melksap aftappen als uit een gewone paardenbloem. Bij grootschalige kweek rekent hij op een opbrengst van 500 tot 1000 kg latex per hectare en per oogst. Uit de resterende biomassa kun je bovendien de zoetstof inuline winnen.

Bijkomend voordeel is dat paardenbloemenrubber minder allergische reacties lijkt te genereren dan rubberbomenrubber. Het spul zou daarom ideaal zijn voor chirurgische handschoenen.

bron: Fraunhofer-Gesellschaft

Onderwerpen