Van cellulose uit biomassa kun je een bruikbare drager voor organische zonnecellen maken. Groener dan groen en ook nog gemakkelijk te recyclen, melden Amerikaanse onderzoekers die er meteen octrooi op hebben aangevraagd.

Het idee is dan om de cellulose te laten uitkristalliseren tot nanokristallen, zogeheten CNC’s, met een lengte van 50 tot 500 nanometer en een dikte van 3 tot 10 nm. Die verwerk je als ‘vezels’ in een heel dun papierachtig materiaal dat je vervolgens aan één kant coat met een vijftal lagen elektrodemateriaal.

De CNC’s hebben daarbij drie voordelen. Ten eerste leveren ze een vrijwel doorzichtige drager op, wat de energieverliezen beperkt. Ten tweede is het ‘papier’ extreem glad: er zijn ook proeven gedaan met cellulosenanovezels, maar die zijn tweemaal zo dik en leiden tot een oppervlakteruwheid die net iets te groot is.

En ten derde lossen de kristallen heel gemakkelijk op in water. Om een versleten zonnecel te recyclen hoef je hem alleen maar onder te dompelen, waarna je de bruikbare ingrediënten van de elektrodes uit de oplossing extraheert. Het betekent uiteraard wel dat de zonnecel tijdens gebruik niet nat mag worden.

Op de website van Scientific Reports melden onderzoekers van Purdue University en Georgia Tech dat ze op deze manier al zonnecellen met een rendement van 2,7 procent hebben gemaakt, wat voor een organische cel helemaal niet slecht is.

bron: Georgia Tech

Onderwerpen