Sporenelement verraadt voortgang beschaving

Aan het osmiumgehalte van Spaanse turflagen kun je aflezen hoe groot de metaalindustrie in dat land in de loop der jaren is geweest. Dat melden Sébastien Rauch (Chalmers University of Technology) en collega’s in Environmental Science and Technology.

De onderzoekers baseren zich op de wetenschap dat osmium een van de minst voorkomende natuurlijke elementen is. Maar wanneer er in de buurt metaalerts wordt gewonnen en gesmolten, komt er ineens veel meer van in de atmosfeer terecht.

Inderdaad valt uit turfmonsters uit Noordwest-Spanje af te lezen dat de osmiumafzetting ooit niet hoger was dan 0,1 nanogram per vierkante meter en per jaar. Maar zo’n 4.700 jaar geleden begon zij ineens te stijgen, als teken dat de bronstijd begonnen was. In de Romeinse tijd zat men op 1,1 nanogram.

Rond 1750, toen het industriële tijdperk zo’n beetje begon, steeg de osmiumafzetting opnieuw.

Heden ten dage zit hij op 30 ng m−2 j−1. Aan de isotopenverhouding (187Os/188Os) in de meest recente monsters is tevens te zien dat een deel uit fossiele brandstoffen komt en een deel vrijkomt uit osmiumhoudend platina-erts dat voor katalysatoren wordt gebruikt.

bron: C&EN

Onderwerpen