Redacteur worden van een wetenschappelijk tijdschrift is heel gemakkelijk. Anna de Nepper is onlangs toegetreden tot 56 redacties terwijl ze niet eens bestaat, meldt Nature.

De Nepper, in het Pools Anna O. Szust, is een schepping van Katarzyna Pisanski en collega’s van de universiteit van Wrocław. Die kregen vrijwel dagelijks uitnodigingen om redacteur te worden van dubieuze open-accessuitgaven. Zulke predatory journals leven van derderangswetenschappers die bereid zijn grof te betalen voor publicatie van manuscripten die een serieuze peer review nooit zouden overleven. Om het nog ergens naar te laten lijken proberen uitgevers een paar serieuze onderzoekers te benoemen tot redacteur, waarbij het er minder toe doet of die mensen enig benul hebben van het onderwerp van het blad.

Om een idee te krijgen van de omvang van het probleem heeft Pisanski sollicitaties, inclusief cv, verstuurd naar 360 open-accesstijdschriften: 120 die op Jeffrey Bealls lijst van mogelijke predatoren stonden, 120 uit de naar eigen zeggen kritische Directory of Open Access Journals (DOAJ) en 120 die door de uiterst serieuze Journal Citation Reports op de witte lijst van betrouwbare titels zijn gezet.

Van die laatste groep kreeg mw. Szust 48 afwijzingen en geen enkele positieve reactie, de rest had na zes maanden nog steeds niet gereageerd. Van de DOAJ-titels reageerden er 45 zonder een aanbod te doen, maar acht andere bladen accepteerden Szust als redacteur. Van de predatoren kwamen vijftien beleefde reacties… en 48 aanstellingen, waarvan één als ‘hoofdredacteur zonder verantwoordelijkheden’.

Namen worden niet vermeld, mede omdat de titels van nepbladen vaak verraderlijk veel lijken op die van een serieuze uitgave. Daardoor blijft onduidelijk of er veel uitgaven uit de moleculaire hoek bij zitten - Szusts cv was dat van een alfa, maar we zagen al dat dat voor predatoren niet uit hoeft te maken.

Meerdere bladen uit de predatorgroep voegden een verzoek bij om zo veel mogelijk auteurs te werven en niet op de kwaliteit te letten. Anderen eisten dat Szust haar eigen werk in het blad zou publiceren. Sommigen boden een aandeel in de winst, variërend van 20 tot 40%. Ook kreeg Szust het aanbod hoofdredacteur van een nieuw te starten uitgave te worden.

Er blijkt ook uit dat predatoren lastig zijn te vinden. Van de 120 geselecteerde DOAJ-titels heeft DOAJ er inmiddels 39 uit het register geschrapt, al dan niet op verdenking van wangedrag. Maar van de acht die Szust een positie aanboden staan er zes nog altijd op de lijst. En Beall, die zijn lijst begin dit jaar om onbekende redenen offline heeft gehaald (velen vermoeden dat hij werd bedreigd) had dit zestal ook niet gesignaleerd.

Szusts carrière is overigens nog niet voorbij. Zelfs nadat Pisanski haar slachtoffers had laten weten dat ze er in waren gevlogen, bleven minstens elf websites de neponderzoeker opvoeren als redacteur. Inclusief eentje waar ze niet eens had gesolliciteerd. Ze is zelfs lid van de adviesraad van een Journals Open Access Indexing Agency - die club stinkt dus ook.

bron: Nature