Belgische arseenconsumptie hoog maar niet verontrustend

Belgen behoren tot de grootste arseenconsumenten ter wereld, maar reden tot zorg geeft dat niet. Het overgrote deel van dat arseen is namelijk niet toxisch, zo stellen onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel op de website van Molecular Nutrition and Food Research.

De verhoogde arseeninname is het gevolg van het feit dat Belgen gek zijn op vis en schaaldieren, die dan bij voorkeur ook nog uit de Noordzee komen. Volgens eerste auteur Willy Baeyens krijgt de gemiddelde Belg per dag 285 microgram arseen binnen, waarvan 905 procent uit zeebanket, terwijl de échte visliefhebbers zelfs op 649 microgram zitten.

Fransen eten veel minder vis en zitten slechts op 62 microgram, Britten op 88 en Amerikanen op 56.

Maar de schade valt mee. Uit de publicatie valt op te maken dat alleen mono- en dimethylarsine (MMA en DMA) en vrije arseenionen (As3+ en As5+) echt toxisch zijn. Andere verschijningsvormen, zoals arsenobetaïne (AB), arsenocholine (AC) en tetramethylarsoniumionen (TeMA) zijn zó stabiel dat ze in het lichaam geen kwaad kunnen.

Beayens en collega’s melden dat ze op de visafslag in Zeebrugge en in Nieuwpoort 19 soorten vis en 4 soorten schaaldieren hebben ingekocht, waarbij ze voor de zekerheid nog even navroegen of het echt Noordzeevis was.

Die monsters werden gemineraliseerd door behandeling met HNO3 en H2O2. De procedure was zó gekozen dat alleen de toxische arseenverbindingen werden geoxideerd; de omstandigheden waren te mild voor de stabielere niet-toxische verbindingen.

Vervolgens werd het totale arseengehalte gemeten met inductief gekoppelde plasma-massaspectrometrie. Een ander deel van de monsters werd behandeld met NaBH4. Hierdoor werden de toxische, geoxideerde arseenvormen omgezet in vluchtige hydrides die vervolgens met een atoomfluorescentiespectrometer konden worden gekwantificeerd.

Eindresultaat: bijna alle arseen is niet-toxisch en de gemiddelde Belg krijgt per dag slechts 5,8 tot 9,5 microgram aan toxisch arseen binnen. Waarmee hij nog ruimschoots beneden de door de Wereldgezondheidsorganisatie gestelde limiet van 140 microgram per dag zit.

bron: VUB

Onderwerpen