Si-RNA therapie doet huidtumoren krimpen

Nanodeeltjes met small interfering RNA (siRNA) laten in het lab huidtumoren met 60 procent slinken. Dat melden farmacologen van Penn State University deze week in Cancer Research.


Het siRNA schakelt de gemuteerde genen B-raf en Akt3 uit. Het eiwit waarvoor het gemuteerde B-raf codeert, zorgt dat moedervlekken kunnen overleven en groeien. Het kinase-enzym Akt3 activeert B-raf vervolgens, waardoor huidkanker kan ontstaan. Het siRNA blokkeert selectief het gemuteerde B-Raf gen en laat het gezonde gen met rust, wat bijwerkingen moet tegengaan.

De wetenschappers verpakten dit siRNA in nanoliposomen en testten het nieuwe middel uit op losse stukjes huid in het lab. Omdat de huid normaal gesproken helemaal niet gediend is van indringers, openden de wetenschappers de huid met een ultrasoon apparaat. Hierdoor werden de liposomen toch binnengelaten.

Na drie weken behandelen was 60 tot 70 procent van de tumoren verdwenen. Ook in muizen werkte de behandeling prima: na 23 dagen waren de tumoren drie keer zo klein als bij de placebogroep. De combinatie van siRNA tegen zowel AKT3 als gemuteerd B-raf doet het ‘m: alleen siRNA tegen B-raf of Akt3 leverde nauwelijks kleinere tumoren op.

De onderzoekers zien ook al een probleem met deze therapie bij mensen: huidtumoren verzinnen snel nieuwe manieren om toch door te groeien. De onderzoekers hopen dus nog drie of vier genen te vinden die de tumorcel nodig heeft om te delen, zodat zij een bredere therapie kunnen ontwerpen.

Bron: Penn state

Onderwerpen