Een molecuul genaamd VU041 laat volgezogen malariamuggen bezwijken omdat ze hun urine niet meer kwijt kunnen. ‘In some cases they just pop’, stelt bedenker Jerod Denton in een persbericht.
In Scientific Reports legden Denton en collega’s van Vanderbilt University onlangs hun strategie uit. Bloedcellen bevatten voldoende kaliumchloride om de inwendige kaliumhuishouding van een insect grondig te verstoren. Vandaar dat muggen een manier hebben ontwikkeld om de zoute waterfractie heel snel af te scheiden van de andere, voedzame componenten in het bloed, en haar daarna meteen te lozen. Volgens Denton urineren ze in feite tijdens het zuigen over je heen.
Dat wegpompen gebeurt via de buizen van Malpighi, het insecten-equivalent van nieren. Het proces wordt aangestuurd via kanaaleiwitten en VU041 blokkeert één daarvan, een kaliumkanaal genaamd Kir1. Hoe het precies komt dat de urineproductie dan stopt is overigens nog niet duidelijk.
Groot voordeel zou moeten zijn dat het ook werkt bij muggen die al resistent zijn voor de huidige insecticiden, juist omdat het werkingsmechanisme totaal anders is. Je mag verwachten dat het relatief lang zal duren eer de muggen ook resistent worden tegen VU041. Omdat het alleen bloedzuigende vrouwtjes in het laatste stadium van hun leven doodt, is de selectiedruk waarschijnlijk lager dan bij middelen die in een eerder stadium al fataal zijn.
Kir1 komt overigens bij veel meer diersoorten voor. Denton en collega’s zochten daarom een inhibitor die specifiek de Kir1-versie bindt van muggensoorten die ziektes verspreiden, zoals Anopheles gambiae en Aedes aegypti. Ze hebben 26.000 verbindingen uit stoffenbibliotheken uitgetest. Daar bleken 121 geschikte inhibitoren tussen te zitten waarvan VU041 het beste presteerde.
Benadrukt wordt dat het nog niet meer is dan een uitgangspunt voor een bruikbaar insecticide. Behalve op muggen, is het tot nu toe alleen uitgeprobeerd op honingbijen. Die leken er nauwelijks last van te hebben. Maar in vitro blokkeert VU041 ook een menselijk kaliumkanaal dat vooral actief is in de hartspier, en het lijkt onverstandig om moleculen te gaan rondspuiten met dergelijke neveneffecten.
bron: Vanderbilt University Medical Center
Nog geen opmerkingen