Kweek je mais voor de biomassa, gebruik dan zo weinig mogelijk kunstmest. Overbemesting vergroot de opbrengst nauwelijks en bemoeilijkt ook nog het vergistingsproces, zo melden onderzoekers van Rice University (VS) in het tijdschrift Environmental Science and Technology.

Tot nu toe nam iedereen aan dat stikstofbemesting de opbrengst haast per definitie moest vergroten. Maar het promotie-onderzoek van Morgan Gallagher wijst uit dat dat alleen geldt voor de maiskolven zelf. En niet voor de stengels en de bladeren, die de laatste jaren steeds meer in de aandacht staan als grondstof voor bio-ethanol.

 

In die oneetbare delen van de maisplant blijkt door extra bemesting maar een beetje meer cellulose te ontstaan. Wat wél wordt gevormd is lignine, dat de plant extra stevigheid geeft. Lignine is echter heel moeilijk enzymatisch af te breken, en staat daardoor vergisting van de biomassa in de weg.

 

De conclusie is dus dat je niet méér kunstmest moet geven dan absoluut noodzakelijk is om de planten überhaupt te laten groeien. Tenminste, wanneer bio-ethanol je voornaamste doel is.

 

Kweek je de mais als voedsel, of wil je alleen maar de kolven vergisten, dan mag de hoeveelheid kunstmest wel wat groter zijn. Al blijkt daar ook een maximum aan te zitten: op een gegeven moment is het ecosysteem kennelijk verzadigd en helpt extra mest niet meer.

 

bron: American Chemical Society

Onderwerpen