Cladribine

Een bestaand middel tegen leukemie lijkt tevens het beste middel tegen multiple sclerose te zijn, dat tot nu toe is gevonden. Het remt het verloop van de ziekte significant af terwijl de bijwerkingen zeer gering zijn, in elk geval op korte termijn. Dat blijkt uit een in Londen uitgevoerd onderzoek waaraan 1.300 patiënten hebben meegedaan, en waarvan de resultaten zojuist verschenen in het New England Journal of Medicine.

Het middel in kwestie is 5-(6-amino-2-chloro-purin-9-yl)-2-(hydroxymethyl)oxolan-3-ol, ook bekend als 2-chloordeoxyadenosine (2CDA) of cladribine. Het lijkt voldoende op natuurlijk adenosine om het enzym adenosine deaminase te binden.

 

Cladribine wordt door farmaconcern Janssen-Cilag verkocht onder de naam Leustatin als therapie tegen haarcelleukemie (HCL). Anders dan de meeste vormen van leukemie is dit een (zeldzame) chronische aandoening die met regelmatige medicijnkuren heel lang onder de duim te houden is.

 

De manier waarop de MS-patiënten nu zijn behandeld, lijkt sterk op de manier waarop HCL wordt aangepakt: twee of vier korte kuren per jaar, waarbij elke kuur bestaat uit één of twee tabletten per dag gedurende 4 à 5 dagen. In totaal is de patiënt dus 8 tot 20 dagen zoet.

 

Dat het tabletten zijn is wél nieuw; tot nu toe is Leustatin altijd als injectie of infuus toegediend.

 

De groep van 1.300 is gedurende 2 jaar gevolgd met MRI-scans, waarbij de helft de echte pillen kreeg en de andere helft een placebo. Resultaat: Leustatin verminderde de kans op een terugval met 55 procent, en de kans op verergering van de kwaal met 30 procent.

 

Bovendien zijn de bijwerkingen veel minder dan bij bestaande middelen tegen MS, waar bovendien géén tabletvorm van bestaat. Leustatin is trouwens al uitgebreid klinisch getest, en toen voldoende veilig bevonden

 

Nadeel is dat over de neveneffecten op lange termijn nog niets bekend is, en dat de gevolgen van die bijwerkingen enorm kunnen zijn wanneer je alle MS-patiënten (alleen al in Nederland zo’n 16.000) met dit middel gaat behandelen.

 

bron: Queen Mary, University of London

Onderwerpen