Slechts één procent van het oppervlak van bedrijventerreinen is groen. Dat is niet alleen slecht voor flora en fauna, maar ook voor de mensen die er werken. Het kan bijna overal groener, zónder de vrees dat die ene vuursalamander de boel platlegt. Pioniers als de Haven van Antwerpen, Heineken en Dow laten dat zien.

Nederland telt ruim 3400 bedrijventerreinen, goed voor dertig procent van de bebouwde omgeving. Slechts één procent daarvan bestaat uit natuur en dan vaak ook nog uit ‘grasfalt’: kort gemaaid gras waar geen bloemetje bloeit. Het Nationaal Groeifonds heeft daarom 26 miljoen gereserveerd voor vergroening van bedrijventerreinen via het programma Werklandschappen van de toekomst. Want een groene werkomgeving is bewezen gezonder en de versteende terreinen vormen vaak een barrière voor vogels, insecten en eekhoorns tussen platteland en stadsgroen. Bovendien moeten we vanwege klimaatverandering water beter vasthouden en hittestress voorkomen. Zonder maatregelen loopt op een hete zomermiddag in 2050 de temperatuur op bedrijventerreinen op tot boven de veertig graden.

Paddenpoelen

Bedrijventerreinen zijn er natuurlijk in veel soorten, van uitgestrekte havengebieden met zware industrie, de bedrijventerreinen aan de rand van de stad tot compacte mkb-verzamelgebieden middenin de stad. ‘Maar overal is de groenkwaliteit en biodiversiteit te verhogen’, stelt bioloog en milieukundige Robbert Snep (Wageningen University & Research) die al twintig jaar onderzoek doet naar vergroening. ‘Het gaat inmiddels beter dan toen; de koplopers zijn echt aan de slag gegaan. Maar de potentie is nog enorm.’

‘Sommigen gaat het vooral om een snel groen imago’

Een van die koplopers is de haven van Antwerpen, officieel Port of Antwerp Bruges. Het havenbedrijf en Natuurpunt werken samen aan een ecologisch netwerk dat ruim vijf procent van het 12.000 ha grote gebied omvat. En dat resulteerde al in meer dan tien wilde orchideesoorten in de bermen en om de 500 meter poelen in pijpleidingstroken zodat de rugstreeppad het hele terrein over kan. Voor oeverzwaluwen zijn zandmuren gestort zodat ze kunnen nestelen. ‘We zijn nog bezig met meer rietoevers voor de blauwborst om in te broeden’, vertelt beheerder Johan Baetens.

Vergroening ging en gaat niet zonder slag of stoot, weet Peter Symens, beleidsmedewerker van Natuurpunt. ‘Sommige bedrijfskavels liggen lang braak, ideaal voor pionierende natuur. Maar uit angst voor de vestiging van beschermde diersoorten wordt die natuur vaak geweerd.’ Want wonen er eenmaal beschermde planten of dieren op een terrein dan moet er volgens EU-wetgeving een compensatiegebied komen alvorens er gebouwd kan worden. Op de kosten en juridische procedures die daarbij horen, zitten bedrijven niet te wachten.

Schapen bij Dow

Schapen bij Dow

Beeld: Dow

Natuurpunt maakte echter met het Havenbedrijf een beheerplan voor de haven waarbij ‘resthoekjes’ en vooral bermen en pijpleidingstroken een natuurnetwerk vormen. Dat garandeert samen genoeg ruimte en een ‘vluchtroute’ voor beschermde populaties naar aanpalende natuurgebieden. Is dat gereed, dan kan en mag een braakliggende kavel in de haven weer in gebruik worden genomen zonder compensatiemaatregelen.

De natuur kan zich zo verplaatsen. ‘Die dynamiek is juist gunstig voor pioniersoorten, en ingewikkeld is het ecologisch beheer niet’, benadrukt Baetens. Met ecologisch maaien van bloemrijke bermen win je al veel. ‘In plaats van zeven keer per jaar maai je één of twee keer. En elke keer laat je 15 tot 20 procent van de vegetatie staan zodat dieren en insecten een vluchthaven hebben. We laten het gemaaide gras ook nog even liggen, op hopen, voordat we het afvoeren zodat dieren de tijd hebben eruit te kruipen. Deze manier van maaien is misschien duurder, maar je hoeft het veel minder vaak te doen.’

‘Duur is het echt niet, maar het vraagt wel aandacht’

Het idee om in brede pijpleidingstroken paddenpoelen aan te leggen werd overigens niet meteen omarmd. Baetens: ‘Daar moest vanuit veiligheidsoogpunt goed naar worden gekeken, je wilt niet dat de bodemdruk veranderd. Maar na intensief overleg over de aanpak kwamen we er samen uit.’

Bijentuin

Een voorloper op heel andere type bedrijventerrein is bierbrouwerij Heineken. Het bedrijf wil in 2030 klimaatneutraal brouwen en verpakken, maar ook bijdragen aan biodiversiteit op eigen terrein. En startte daarmee in 2013 bij de brouwerij in Zoeterwoude, de grootste brouwerij van Europa. Snep maakte het plan: ‘De natuur die je aanlegt, moet passen in de omgeving, een beperkte ruimte tussen gebouwen in een stedelijke omgeving. En een belangrijke voorwaarde was ook dat medewerkers kunnen genieten van de natuur en dat het terrein verzorgd oogt.’

‘Uit angst voor vestiging van beschermde soorten wordt natuur vaak geweerd’

Strakke gazons zijn veranderd in bloemrijke perken. Er zijn veel inheemse bloemen ingezaaid die insecten aantrekken en ‘hotels’ en nestkasten verwelkomen wilde bijen en vogels. Mochten er beschermde dieren komen wonen dan geldt de beleidslijn Tijdelijke Natuur. Deze regeling is een ontheffing op de Wet Natuurbescherming en kan sinds 2015 worden aangevraagd. Met zo’n ontheffing loopt de terreineigenaar geen risico op juridische problemen mocht het gebied weer nodig zijn voor productie. Groningen Seaports maakt bijvoorbeeld gebruik van die regeling. Programmamanager duurzaamheid Bart van der Kolk: ‘Natuurmonumenten beheert voor ons de compensatienatuurgebieden die rondom de haven en industrieterreinen liggen. Maar in samenwerking met Groninger Landschap kan de natuur ook zijn gang gaan op kavels die nu nog braak liggen. Zo hebben we nu de meest noordelijke das van Nederland hier. Het gaat nadrukkelijk om tijdelijke natuur, wanneer er een bedrijf zich vestigt, verdwijnt die, uiteraard altijd met respect voor nesten en dieren.’

Midden in Nijmegen ligt de Noviotech Campus, oorspronkelijk het terrein van chipmaker NXP waar zich steeds meer innovatieve bedrijven en startups in chips- en gezondheidstechnologie vestigden. Tussen de gebouwen staat nu gras. Afgelopen zomer veroorzaakte een wandeling grote stofwolken, vertelde Managing Director Bert Krikke tijdens een webinar van Werklandschappen van de Toekomst. De campus wordt de komende jaren uitgebreid en krijgt een park en een ‘groene centrale as’: een strook bomen met water en moeras. Groene ‘linten’ zorgen voor aansluiting op het nabije Goffert stadspark. Ook eekhoorns moeten zich er thuis voelen. ‘Die zitten al in de buurt, maar met een weg ertussen, daar zoeken we nu een oplossing voor.’ De groene omgeving moet hittestress voorkomen en werknemers uitnodigen een frisse neus te halen.

‘De natuur die je aanlegt, moet passen in de omgeving’

Groene gevel

Mooie voorbeelden en prachtige plannen. Waarom is eigenlijk nog maar één procent van de industrieterreinen groen? Ecoloog Jorg Lambrechts, Celhoofd projecten van Natuurpunt. ‘Veel bedrijven melden zich enthousiast bij ons omdat ze meer groen en biodiversiteit willen. Dan onderzoeken we het terrein en stellen desgewenst een plan op voor ecologisch beheer. Maar dan strandt het vaak.’ Allereerst vanwege de angst voor beschermde soorten, al bestaan daar inmiddels oplossingen voor. Soms heeft de hovenier van dienst niet de juiste kennis of vertrekt de enthousiaste ‘trekker’ van het idee. Maar vaker loopt een vergroeningsplan stuk op de benodigde tijd en aandacht. Lambrechts: ‘Biodiversiteit is natuurlijk geen corebusiness voor de bedrijven. Maar om echt iets te bereiken is meer nodig dan een bijenhotel zetten. Duur is het echt niet, maar het vraagt wel aandacht.’ Snep sluit zich daarbij aan. ‘Je kunt daadwerkelijk impact maken, zeker als je bedrijf in de buurt van een natuurgebied ligt. Maar sommigen gaat het vooral om een snel groen imago. Ze willen een groene gevel of een bijenkast bij de ingang en dan is het mooi. Daar steek ik als ecoloog mijn tijd en energie niet in.’

 

Natuur op bedreiventerrein

Natuur op bedrijventerrein

Beeld: Tim Vochten/Natuurpunt

Natuur aan het werk bij Dow

Een drijvend broedeiland voor visdiefjes, een nestkast hoog bovenop een LPG-tank waar jaarlijks slechtvalken broeden, een dozijn grazende schapen en drie megabijenhotels. Toch is het meest opvallende vergroeningsaspect op het Dow-terrein in Terneuzen dat de natuur eraan het werk wordt gezet.

In 2013 plantte het chemiebedrijf 240 populieren op de plek waar eerder een dioxaanfabriek stond. De snelgroeiende bomen moesten voorkomen dat de ondergrondse ‘pluim’ aan dioxaanverontreiniging zich verder zou verspreiden door stroming van het grondwater. De bomen zuigen het vervuilde grondwater op waarbij het dioxaan uiteindelijk in de bladeren terechtkomt. Daar breekt uv-licht de stof af en een klein deel verdampt via de bladeren, was het idee. Maar bij monitoring bleek er veel minder dioxaan vrij te komen in het ‘bos’ dan gedacht. De oorzaak: bodembacteriën rondom de wortels breken al veel dioxaan af.

Die nuttige bacteriën zijn inmiddels geïsoleerd en in een bioreactor gebracht waarin grondwater wordt gecirculeerd afkomstig uit het brongebied van de dioxaanvervuiling. ‘Het werkt als een soort wasmachine voor de bodem’, vertelt Niek van Belzen, senior environmental analytical manager bij Dow. ‘We monitoren het saneringsproces en onderzoeken ook welke bacteriën het werk doen. Dioxaan is geen makkelijk afbreekbare stof, het gaat om speciale bacteriën.’ Wanneer de bodem opgeschoond is tot onder de norm maken populierenbos en bioreactor weer plaats maken voor bedrijvigheid.

In 2025 wil Dow de eerste fabriek ter wereld zijn die compleet circulair is op het gebied van water, ook daarvoor wordt de hulp van de natuur ingeroepen. Gezuiverd afvalwater van de stad Terneuzen en de eigen afvalwaterzuivering stroomt dan richting wetlands nabij de eigen site. Daar wordt het afvalwater, samen met opgevangen regenwater, biologisch en gratis opgeschoond door plantwortels en micro-organismen. Organische stof bezinkt er en opgeloste stoffen worden afgebroken. Stikstof en fosfaat worden opgenomen door planten en micro-organismen.

Water dat door het wetland heeft gestroomd is zo schoon dat het kan worden ontzilt met membraantechnologie zonder dat het membraan verstopt raakt, blijkt uit een pilotproject met Evides Industriewater. Van Belzen: ‘We werken nu aan de opschaling: hoe groot moet het wetland worden en waar komt het precies.’ Overigens moeten we niet verwachten dat het gebied een lustoord wordt voor watervogels. ‘Het is een rietveld op een laag kleikorrels waar het water doorheen stroomt, geen open water. Het water stroomt onder de wortels.’ Maar met de juiste ecologische inpassing in de omgeving kan het riet de biodiversiteit, vooral voor insecten, vergroten.

 

Brutale fossiele reclame

Niet alle vergroening levert een groener imago op bij het grote publiek. Dankzij Shell plant Staatsbosbeheer de komende jaren vijf miljoen bomen in Nederlandse bossen. Dat gebeurt op lege plekken die ontstonden door de essentaksterfte. Goed voor het bos en klimaat. Mooi idee dus? Aanhangers van Greenpeace vinden van niet. Ze bestempelden het initiatief tot ‘meest brutale fossiele reclame’ van 2022. Greenwashing dus. Milieudefensie becijferde dat Shell een bos twee tot drie keer zo groot als Brazilië moet planten om de CO2-uitstoot te compenseren die hun fossiele producten veroorzaken.