Hexabroomcyclododecaan, een van de zes.

Voor het eerst heeft de Europese Commissie een ‘zwarte lijst’ gepubliceerd van stoffen die zó ongezond worden geacht dat de industrie binnenkort speciale toestemming moet vragen om ze nog te mogen gebruiken. Het Europese stoffenagentschap ECHA in Helsinki noemt het een belangrijke stap voorwaarts in de implementatie van de stoffenrichtlijn REACH.

Op de eerste ‘Authorization List’ staan zes zogeheten ‘substances of very high concern’. Drie ervan zijn ftalaten die als weekmaker in pvc worden gebruikt: bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), benzylbutylftalaat (BBP) en dibutylftalaat (DBP).Ze gelden als reproductietoxisch, en het gebruik in bijvoorbeeld kinderspeelgoed was al langer verboden.

De andere drie zijn hexabroomcyclododecaan (HBCDD, een vlamvertrager die bekend staat als persistent, bioaccumulatief en toxisch), 4,4’-diaminodifenylmethaan (MDA, een kankerverwekkende harder voor epoxyharsen) en 5-tert-butyl-2,4,6-trinitro-m-xyleen (muskusxyleen, een geurstof die zich ophoopt in het watermilieu).

Bij alle zes wordt een ‘sunset date’ ergens in 2014 of 2015 aangegeven. Na die datum mogen de stoffen alleen nog worden gebruikt wanneer de Europese Commissie een speciale uitzondering heeft gemaakt (in het geval van de ftalaten betreft dat alléén verpakkingen voor medicinale producten, zoals infuuszakken) óf een tijdelijke ‘autorisatie’ heeft afgegeven.

En om die autorisatie te krijgen moeten gebruikers geloofwaardig aangeven wanneer ze alsnog op een alternatieve stof denken over te gaan (of waarom dat alternatief er écht, heus, werkelijk niet is) en hoe ze in de tussentijd de risico’s denken te minimaliseren.

De lijst met ’substances of very high concern’ belooft overigens nog veel langer te worden. Er zijn al tientallen kandidaten en zojuist is een nieuwe consultatieronde gestart (de vierde, tot nu toe) over de vraag of er nóg 7 stoffen op moeten. Onduidelijk is wanneer de volgende reeks definitieve beslissingen valt.

bron: ECHA

Onderwerpen