Monowolfraampentaboride zou superhard en stabiel bij zeer hoge temperaturen moeten zijn. Dat voorspellen Russische en Chinese metallurgen althans in het Journal of Physical Chemistry Letters.

In een persbericht verbaast laatste auteur Artem Oganov, van het Skolkovo-instituut in Moskou, zich er over dat niemand dit eerder heeft bedacht. Maar zo te lezen heeft hij zelf ook nog geen recept om het te synthetiseren, al kan dat natuurlijk ook liggen aan het feit dat hij een theoreticus is.

De ‘ontdekking’ van WB5 vloeit voort uit een project van olie- en gasbedrijf Gazprom, dat nieuwe coatings zoekt voor zijn boorkoppen. Volgens de berekeningen zou het een Vickers-hardheid van 45 GPa moeten hebben. Daarmee presteert het 50% beter dan de legering van wolfraamcarbide en kobalt die in Rusland al tachtig jaar voor boorkoppen wordt gebruikt onder de naam ‘pobedit’. De breuksterkte ligt met 4 MPa·m0,5 slechts 20% lager dan die van pobedit.

Tegen diamant kan het nog steeds niet op, maar dat materiaal is voor de meeste toepassingen veel te duur.

De berekeningen suggereren tevens dat WB5 bij atmosferische druk thermodynamisch stabiel zou moeten zijn over een zeer groot temperatuurbereik. Dat zou kunnen inhouden dat je het ook bij die druk moet kunnen maken, en dus geen hogedrukproces nodig hebt.

Maar nogmaals: er zit geen recept bij. En dat niemand ooit eerder WB5 lijkt te hebben gemaakt, doet vermoeden dat het allemaal niet zo makkelijk is. Tot nu toe is men in het lab niet verder gekomen dan WB4. Commerciële wolfraamborides zoals WB, WB2 en W2B5 bevatten een nog lager percentage boor.

Of Oganovs voorspellingen praktische waarde hebben, is dus afwachten.

bron: Moscow Institute of Physics and Technology