In de VS is een DNA-test bedacht die aangeeft of een cacaoboon een dure cacaoboon is of een goedkope. Dat moet geknoei met chocola in de toekomst voorkomen, meldt de American Chemical Society.

Gesuggereerd wordt dat het vooral belangrijk is voor de biodiversiteit. Als je toelaat dat de cacaomarkt wordt verziekt doordat bonen van topkwaliteit worden versneden met goedkope troep, dan is de kleinschalige kweek van die dure bonen niet interessant meer. De bijbehorende cacaoplanten sterven dan uit wegens gebrek aan belangstelling en je houdt alleen het massaproduct over.

Ook speelt natuurlijk mee dat consumenten niet wensen te worden belazerd. Al is het maar de vraag of ze het verschil echt proeven, want als ze dat wél deden zouden de vervalsers het een stuk moeilijker hebben.

De in het Journal of Agricultural and Food Chemistry gepresenteerde test komt er op neer dat je de zaadmantel van de boon haalt, daar zo veel mogelijk DNA uit extraheert, dat DNA vermenigvuldigt, en het vervolgens screent op 48 ‘single nucleotide polymorphisms’ (SNP’s), dus variaties ter grootte van één basenpaar op een bepaalde plek. Door er een nanofluïdisch systeem voor te gebruiken dat met minieme hoeveelheden vloeistof werkt, bereik je dat je de test kunt doen met het DNA uit één enkele boon.

Die SNP’s verschillen per plant. Maar tussen verschillende cacaovariëteiten zijn die verschillen vele malen groter. Als je eenmaal een typisch SNP-patroon hebt van je dure bonen, dan kun je met zeer grote zekerheid vaststellen of een willekeurige boon wel of niet tot dezelfde variëteit behoort. Is het een goedkope maar zit hij tussen de dure, dan weet je genoeg.

Een test met kostbare Fortunato No.4 bonen uit het noorden van Peru en CCN 51-bonen, de meest voorkomende goedkope variëteit in dat deel van Zuid-Amerika, slaagde uitstekend.

Uiteraard kun je meer van die SNP-patronen samenstellen zodat je ook de verschillende soorten goedkope bonen uit elkaar kunt houden, maar waarom zou je.

bron: ACS

Onderwerpen