Groeifactor FGF1 kan een sleutelrol gaan spelen in de behandeling van diabetes type 2, zo stelt een onderzoeksteam van het Salk Institute, met medewerking van de Groningse hoogleraar Hans Jonker deze week in Nature.

Bij obese muizen die je het hormoon FGF1 toedient, neemt de glucoseconcentratie van het bloed drie dagen lang een normaal niveau aan. Wanneer je insuline toedient, wat diabetespatiënten nu vaak doen, is het effect vaak na enkele minuten alweer verdwenen. Het team ontdekte dat niet alleen de glucoseconcentratie verandert, maar ook de insulinegevoeligheid herstelt bij een behandeling met het lichaamseigen hormoon.

Al twee jaar geleden liet Jonker in hetzelfde tijdschrift zien dat muizen zonder FGF1 heel snel diabetes type 2 ontwikkelen wanneer zij een vetrijk dieet krijgen voorgeschoteld. Ongeacht de hoeveelheid FGF1 die muizen kregen toegediend, werd het glucoseniveau van het bloed nooit lager dan de normaalwaarde. Juist hierom lijkt het eiwit veelbelovend als medicijn ingezet te kunnen worden.

Een groot nadeel van de huidige middelen, die of de insulineconcentratie in het bloed of de insulinegevoeligheid willen opkrikken, is dat deze gepaard gaan met veel bijwerkingen. Het FGF1-onderzoek in de muizen liet echter geen bijwerkingen zien, wat het extra interessant maakt.
Al nadat bekend was dat het gebrek van FGF1 leidt tot obese muizen, werd het hormoon gegeven aan gezonden muizen waar het echter geen werking had. Pas toen het eiwit aan obese muizen werd gegeven, zagen de onderzoekers dat het middel de bloedsuikerspiegel verandert.

Jonker hoopt binnen twee jaar het middel klinisch te kunnen testen.

Bron: Nature

Onderwerpen